had men zich tegen de tallooze kapers te verweeren die
ten dien tijde, bij liet uilbarsten van eiken oorlog, zelfs
tusschen beschaafde volken, de zeeën onveilig maakten,
maar de handel was ook van dien aard, dat dezelve
meestal met het zwaard in de vuist moest gedreven
worden.
Dit lag ook in den aard van de zaak want destijds
waren de meeste Overzeesche bezittingen eu volksplan
tingen, waar de kostbare specerijen groeijen, in handen
van Spanje eu Portugalen zoo lang dus de oorlog met
die landen duurden, begrepen onze vaderen te regt,
dat zij de magt hunner vijanden niet meer konden
fnuiken dan door zich van die bezittingen meester te
maken en er zich te vestigen, en deze ondernemingen,
lagen, onder het bestuur der Voorzienigheid, den grond
tot die grootheid en magt, waartoe ons Vaderland in
later tijd is gestegen en hetzelve nog in onze dagen heeft
doen bestand blijven tegen zoo vele stormen en weder
waardigheden, die hetzelve geteisterd hebben, en op
deszelfs ondergang schenen uitleloopen.
Daar nu destijds alle handel en verkeer met de gezegde
volkplantingen verboden was, en de meer en meer ont
luikende zucht tot handelsondernemingen dit verbod
trachtte te vei ijdelenkon zoodanig handelsverkeer niet,
dan ter sluiks en gewapend plaats hebben; men hield
aan de kusten verstandhoudingen aan en maakte van
gunstige gelegenheden gebruik om do voortbrengsels