86
De diep geschokte schaar kon 't heilwoord naauwgeloo-
ven
En meende ,dat den man een ijlkoorts plots'ling trof.
Doch 't was geen dweeperij zij konden dankend loven.
God had 't gebed verhoord God gaf hun dankensstof.
De leeraar had 't geknal der waap'nen hooren wijken,
Dit was hem 't wis bewijs voor 's vijands vlugt van
't strand,
Hij liep dus juichend uit, met zigtbre vreugdeblijken,
De zegepraal is ons. Gered is 't vaderland
En dankend knielde toen de vrome schaar ter neder
Terwijl de heldenschaar den vijand vluglen deed.
Eu weldra keert 's lands vloot naar Zeeland's kusten
weder
En Ylissing's vest weergalmt van dubb'len jubelkreet.
Geloovig heldenvolk Met zwaarden en gebeden
Hebt gij Brittanje's haat en Frankrijks waan geknot,
En nooit hadtgij den strijd voor 't vaderland gestreden
Of heilig dankgevoel ooimoedigde U voor God.
0 dierbaar voorgeslachtUw geest zweefde om ons henen
Als 't biddend Nederland den vijand durfde staan.
Wil steeds genadig God ons door dien geest vereenen.
Met U tot bondgenoot zal Neerland nooit vergaan.
Goes. S.