in het reeds vermelde vertrek bij een te vinden vol
angstige verwachting naar zijne terugkomst uitziende.
Niet weinig verraste het hem dusalles op den burgt m
verwarring aan te treffen. De oude Maarten veegde
zich een traan uit het oog. en wees Ambrosius
zwijgend naar binnen.
Hier vond hij vrouw Margare tha met hare schoon
zuster Agnes, in ecu treurig gepeins verzonken. Heer
A rent trad ceu oogenblik na hem het vertrek bin
nen met een gelaatwaarop de diepste smart geteekend
stond.
«Wij weten do treurmare reeds eerwaardige vader»
begon deze, «onze dierbare broeder is aan het hoofd
van het Hoeksche leger gevallen. Ach de eer van onzen
stam Maar hij is voor onze wettige Gravinne den helden
dood gestorven, ofschoon, helaas! als een gevangene.»
De geestelijke durfde naauwelijks zijne ooren gelooven.
Het was naauwelijks mogelijk dat iemand voor hem den
dood van Jan van Ho denpijl op het kasteel kon
hebben geboodschapt. Maar dat deze niet kon gezegd
worden aan het hoofd der Hoekschcn gesneuveld te zijn
bedacht Ambrosius in dat oogenblik niet. Hij ant-
i woord de alleen
Neen edele heerRidder Jan is niet in de handen
der Kabclj aauwschen gestorven. Ik zelf heb hem in zijne
laatste oogenblikken bijgestaan.»
Ridder Jan», hernam A r e n t gij raaskalteer-