Ontstaan en geschiedenis van de Sociëteit De Vergenoeging lil 1930 brak brand uit in het gebouw van de sociëteit „De Vergenoeging" aan de Markt te Middelburg. Door die brand ging practisch het gehele archief verloren. Slechts een ijzeren kistje overleefde de ramp. In dat kistje zaten echter belangrijke archiefstukken, n.l. de leden lijsten over de eerste vijfjaar van het bestaan van de sociëteit (van 1795 tot 1800). Deze ledenlijsten werden in 1953 door het toenmalige bestuur van de sociëteit aan het Rijksarchief in Zeeland geschonken. Het eerste notulenboek, eveneens over de ja ren 1795 tot 1800, was reeds in 1907 aan dat archeif geschonken. Al deze bescheiden zijn thans onder be rusting van het gemeente archief van Middelburg. Doordat die stukken bewaard gebleven zijn, kon een groot gedeelte van het ontstaan en de eerste jaren van de geschiedenis van de socië teit worden achterhaald. Bovendien werd onlangs in de kelder van ons gebouw op de Dam een kistontdekt waarin stukken bleken te zitten uit de jaren 1890 tot 1900, waaronder de programma's e.d. over de viering van het 100-jarig bestaan in 1895. Het aardige was, dat ook werd aangetroffen een Middelburgsche Courant van 15 maart 1895, waarin een uitgebreid verslag was opgenomen van de toespraak bij die gelegenheid gehouden door de toenmalige voorzitter van de sociëteit, de heer Herman Snijders. Omdat deze in zijn toespraak uitvoerig in ging op de geschiedenis kon ook daardoor een tipje van de sluier over het verleden van de so ciëteit worden opgelicht. Hoewel er grote leemten blijven bestaan in de geschiedenis van de sociëteit, leek het ons toch een goed idee ter gelegenheid van de feestelijke ingebruikname van ons nieuwe ge bouw ,,Le Baron Chassé" een kleine ten toonstelling in te richten over het ontstaan en het verleden van de sociëteit. In de kleine voorzaal van het gebouw kunt u deze collectie aantreffen. Voor die leden, die zijn geïnteresseerd in de historie van de socië teit, geef ik gaarne een overzicht van de gebeur tenissen die zich hebben voorgedaan met be trekking tot onze sociëteit. De voorloper van de sociëteit werd in 1784 gesticht door de patriotten. Deze werd „De Unie" genoemd. In 1787 veroorzaakten de prinsgezinden in Middelburg hevige troebelen en keerden zich tegen de patriotten, wat gepaard ging met plun dering van huizen van bekende patriotten en met het uitsteken van de prinsenvlag op de to ren van het stadhuis. Deze gebeurtenissen hadden tot gevolg dat de nog maar drie jaar eerder opgerichte socië teit werd opgeheven. Toen echter in 1795 de periode begon die men aanduidt met de naam „Bataafse Repu bliek", werd door een aantal patriotten de Volkssociëteit opgericht. Deze naam werd al spoedig veranderd in „De Vaderlandse Sociëteit". Onder de maar liefst 592 burgers die de oprichtingsacte ondertekenden, treft men de namen aan van vele bekende Middelburgse families. Vooral de predikant Van der Palm speelde in de oprichting een grote rol. Tot de „revolutionairen" behoorden zeven predikanten en dertien notarissen. De wieg van de sociëteit stond in het „Mid delburgsche Logement" aan de Balans (waar thans het schildersbedrijf Heijboer is ge vestigd). Daar sprak op 13 maart 1795 de eerste president, dominee Teissèdre l'Ange, de ope ningsrede uit. Denkt u vooral niet dat de Volkssociëteit een gezelligheidsvereniging was. De president ver woordde het op 13 maart 1795 in zijn openings rede als volgt: „Een volkssociëteit is dan een gezelschap van een aantal burgers die zich ver enigen ter bevordering van hunne algemene be langen en van het heil des vaderlands. De oog merken van zodanig een genootschap zijn hoofdzakelijk de herstelling en handhaving der Vrijheid, der Gelijkheid, der Broederschap". Verder maakte hij duidelijk dat men niet te zamen zou komen om een pijp te roken of een teug te drinken en te babbelen. Neeb, arm en rijk, beschaafden en onbeschaafden zouden zich verenigen als zij maar bestonden uit die wélmenende burgers, die vóór en na het jaar 1787 getoond hadden voorstanders te zijn der wijsheid en haters der dwingelandij en plundering. Dat de sociëteit in de eerste bestaansjaren een politiek gezelschap was, blijkt ook uit een in 1797 uitgegeven instructie voor de leden van het Committé van Waakzaamheid der Vader landse Sociëteit te Middelburg. In deze instruc tie worden de leden van dit Committé opge roepen zich werkzaam te houden om alle aan slagen op de Vrijheid en de Rechten van den Mensch en Burger te ontdekken en acht te ge ven op bijeenkomsten en gesprekken der Oranje- en Aristocratische Partij en een en an der door te geven aan de President der socië teit, zodat deze de nodige maatregelen zou kun nen nemen en de ontdekte zaak daar te bren gen waar die behoort. (De originele instructie kunt u op de ten toonstelling zien). Zoals gezegd werd de sociëteit opgericht in het „Middelburgsche logement" (ook genoemd „Middelburgs Koffiehuis") aan de Balans. Men bleef daar echter niet lang, want reeds op 20 juli 1795 vertrok men naar „Het Grote Huys" in de Lange Noordstraat (thans be lastingkantoor). Op 1 april 1903 verhuisde men naar het gebouw op de Markt, waar de socië teit gevestigd is geweest tot 1964, toen het ge bouw Dam 10 werd betrokken. in 1798 werd de sociëteit een „Constitutio- naal Gezelschap", een jaar later - in 1799 - een „Burger Gezelschap". 'in 1802 werd de politiek over boord gegooid en kreeg de instelling meer het karakter van een normale sociëteit. In 1804 kreeg de sociëteit de naam „De Vergenoeging". Na mei 1814 werd de sociëteit op last van het herstelde Oranjebewind voor korte tijd gesloten. Eerst in 1850 werd het, na een door een dertigtal leden ingediend verzoek, toe gestaan bier te tappen. Onder de zaken die in het verleden nogal eens aanleiding tot bespreking gaven, kwam ook meermalen de kwestie aan de orde of dames in de sociëteit mochten worden toegelaten. Reeds in 1797 werd in verband met een te vie ren feest bepaald: „Elke burger zal cene bur geres vermogen mede te brengen". Op 28 juli 1904 werd een voorstel van het bestuur aangenomen: „de lokalen open te stel len 's avonds en bij nagte voor leden met vrou wen en kinderen gedurende de kermis". Ook verleende de sociëteit vaak hulp bij de viering van nationale en stadsfeesten. Over het ledental zijn ook enkele gegevens bekend. In 1795 waren er 592 leden, in 1799 nog 371 en in 1803 was het ledental gedaald tot 113. In 1804 waren er slechts 77 leden, maar in 1812 waren er weer 130 en in 1845 bedroeg het ledental 285. Na die tijd, tot 1895, variëer- de het steeds tussen 200 en 300. Aan het 100-jarig bestaan in 1895 werd veel aandacht besteed. De programma's van de feestelijkheden kunt u op de tentoonstelling aantreffen. Helaas valt over de periode van 1900 tot 1930 niets te vermelden. Over die tijd zijn - voor zo ver mij bekend - practisch geen stuk ken bewaard gebleven. Wel over de jongste geschiedenis, maar het zou te ver voeren die in deze verhandeling te bespreken. Op de tentoonstelling zijn nog wel te zien de bescheiden over de viering van het 175-jarig bestaan op 18 april 1970. Nu we een nieuwe behuizing betrekken slui ten we een stukje van het verleden af. Een ver leden, dat zoals u uit het voorgaande hebt kun nen constateren, wat omstreden zou kunnen zijn. De sociëteit is niet altijd een gezelschap, geweest van genoeglijk pratende en kameraad schappelijk bijeen zijnde heren. Maar een ver eniging die zich in 190 jaar heeft weten te hand haven en zich, na een aanvankelijk wat duister politiek begin, heeft weten om te vormen tot een instelling die velen in verleden en heden ge zelligheid en kameraadschap heeft gebracht, is het waard nog een lange toekomst voor zich te hebben. Moge dat zo zijn! Midelburg, maart 1985. M. Sanderse, secretaris. Bronnen: Dr. linger - Inleiding bij de archiefstukken sociëteit. Provinciale 7eeuwse Courant van 28 januari 1952 - Lezing H. Pictcrs. bibliothecaris Provinciale Biblio theek. Middelburgsche Courant van 15 maart 1895 De feestrede van den president der sociëteit De Verge noeging. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1985 | | pagina 14