VORSTELICKE
BOVCKHOVDING
IN DOMEINE
EN FINANCE
OP DE ITALIAEN-
SCHE WYSE
EXTRAORDINAIRE,
Wcfende inde Wifconftige gedachtenifïèn
liet tweede deel der gemengde Hoffen,
DEN D O O R L V CHTICHSTEN
Hoocligheboren Vorft ende Heere ,Mavrits Prince van
Oracngicn,Gnve van Nafiau,CatzeneIlebogen, vianden,Moers 8cc.
Matckgtaef vandei Veie ende Vlifiinghen&c Heere der Sradt Grave,
cndc S'landts van Cuyc, S'. Vyr, Daefburch &c. Gouverneur van
Gcldeilant, Holianr, Zeelant, Weltvrieflant.Zurphcn,
Datr hem ingheoejfent heeft
Vtiecht Ovcryffcl &c. Oppcrflc Veithcet
\ande veiecnichdc Nederlanden,
Admiracl vander Zee c.
TOT LEYDEN,
By !an Bouvvenfz. vvoonendc op de hoogelantfchcKercbgraft»
Anno clo b cvn.
Wie was Stevin?
Hij was een Bruggenaar. Daar geboren in
1548 (9?). Als hij zich laat inschrijven als stu
dent te Leiden (1583) - dus juist na zijn
Middelburgse jaren - is het onder de naam
Simon Stevinus Brugensis. Pas in 1937 ont
dekte een archivaris van Brugge dat hij een
onwettig kind was van Cathelijne van der
Poort die maar weinig last gehad moet heb
ben van de uiterlijke vormen, taboes en con
venties van haar tijd.
Toen ze dan toch een keer trouwde had
ze al twee „bastaerde" en een „natuerlicke
zone". De laatste had tot vader Antheunis
Stevin. Hij was haar bruidegom en (wat zegt
men dat treffend in Zeeland) dit voor-kind'
heete Symoen.
Van zijn kinderjaren weten we niets.
Als jongeman moet hij werkzaam geweest
zijn in Antwerpen als boekhouder en kas
sier om, 18 jaar oud, terug te keren naar zijn
geboortestad waar hij een aanstelling gekre
gen had als klerk op het belastingkantoor
van het Vrije van Brugge (3). Dat heeft maar
kort geduurd want twee jaar later woont hij
in Midelburg.
En dat moet ons niet verbazen. Want in
die jaren was niemand zeker van zijn leven.
Duizenden ontvluchtten het „helse vuur"
('Else Vier') en namen de wijk naar de noor
delijke Nederlanden: In de zuidelijke ging
Alva te keer als je reinste despoot en beul
die er, gespreid, zijn „Bergen-Belsen" be
dreef. Het was er een hachelijk vertoeven of
je nu ketter was of bon-catholique. De
moord op twee onberispelijke, voortreffelij
ke katholieken, Egmond en Hoorne, had te
recht een diep wantrouwen en een begrijpe
lijke angst gewekt.
Was er één die de tirannie wilde verdrij
ven, die tirannie-zelf verdreef er duizenden.
Ook Stevin.
Hij pakte zijn biezen en verliet de onvei
lige gewesten.
Hij is in Middelburg geweest. Maar dool
de ook door Europa. Uit zijn schrifturen
blijkt dat hij in Noorwegen, Polen en Prui
sen is geweest.
Was hij als hervormde gevlucht?
Enerzijds wordt met stelligheid gezegd (5)
dat hij zijn leven lang rooms gebleven is,
maar anderzijds (3) wordt er niet aan ge
twijfeld dat hij in ieder geval hervormd ge
weest moet zijn, gezien de nauwe relatie (la
ter) tussen Stevin en Prins Maurits (toch al
veel minder tolerant dan zijn vader, de
Zwijger).
Veelzijdig genie. Uitvinder en geleerde.
Goethe moet gezegd hebben dat ieder ge
nie wordt geboren in een tijd waarin onwe
tendheid hem doet excelleren. Laten we zo
vrij zijn daar een vraagteken bij te zetten.
Wel is het waar dat er in Stevin's tijd nog
vele dingen onbekend waren en dat hij er de
man naar was om achter het onbekende te
komen. Als hij met iets bezig was, had het
ook zijn volle aandacht en wilde hij ook het
naadje van de desbetreffende kous weten.
Dat begon al toen hij een jongeman was en
op een terrein dat, zoals later bleek, helemaal
niet bij uitstek zijn terrein was: boekhouden.
Het zal wel niet te veel beweerd zijn dat
zijn werkzaamheden in Antwerpen (dat moet
wel een koopman of bankier geweest zijn
en in Brugge hem confronteerden met geld
zaken waar renteberekening aan vast zat. Nu
bestonden daarvoor rentetafels. En dat was
maar gelukkig ook want de klerken van toen
hadden niet onze „zakjapannertjes" tot hun
beschikking en dus zaten ze urenlang te cij
feren wanneer ze niet (even) een rente-tabel
konden raadplegen. Zo'n tabel was voor
„het kantoor" een erg kostbaar bezit en er
was alle reden toe om zoiets secuur achter
slot en grendel te bewaren; want als het in
handen viel van een concurrent zou die er
nog de vruchten van plukken.
Die kwestie moet Stevin geïntrigeerd
hebben.
Van zijn hand komt (1582 - hij woonde
toen één jaar in Middelburg) een studie over
de theorie van de renteberekeningen: TAFE
LEN VAN INTEREST. Had hij in zijn nieu
we woonplaats misschien niets omhanden?
Deed hij het om de tijd te vullen? Wilde hij
zomaar nuttig bezig zijn op een gebied waar
in hij thuis was? Het lijkt niet onmogelijk.
In ieder geval bevatte zijn boek een serie
rente-tabellen en hier kon nu iedereen zijn
voordeel mee doen.
Hij moet nog goede relaties gehad hebben
in Antwerpen; de uitgever van zijn eerste
ling was niemand minder dan de aartsdruk
ker Christoffel Plantijn.
23