Varen in en ging de middeleeuwen- wat daaraan vooraf last hadden met de moeilijke naam, die ze prompt verstoethaspelden tot bakel- jauw. Tot vandaag de dag geldt in (het Portugees sprekende) Brazilië bacalhau als een delicatesse. Al met al: Noordzee-vissers werden tot vrachtvaarders. En dat kon je mer ken in Dordt, Den Briel, Amsterdam, Enkhuizen, Sluis, Medemblik, Hoorn, Oudewater of Schiedam. En talrijke an dere plaatsen meer. Ze groeiden met de visserij, de handelsvaart en toele veringsbedrijven mee. Waar kwam het scheepsvolk van daan? Jan en Annie Romein, getooid met hun notoire rode brillen weten het precies. Er was armoe en gebrek aan land en daardoor werden de Zeeuwen, Hollanders en West-Friezen het water op gedreven en zo werden boeren tot vissers en vrachtvaarders. De beste en de goedkoopste ter wereld. Wanneer we bedenken, dat een eeuw Tekst: J. Q. C. C. Becht. In den beginne. In de tijd dat de Romeinen grote delen van West-Europa overheersten, voeren de voornaamste zeevarende vol keren uit West-Europa, Friezen, Ieren, Angelsaksen en Franken nog in uitge holde boomstammen en in boten ge maakt van takken, bespannen met hui den. In de vroege Middeleeuwen had de bewerkte boomstam als vaartuig af gedaan en waren schepen in gebruik die de naam „zeeschip" waardig waren. Over de ontwikkeling van het schip in West-Europa in de duistere tijden tussen de Romeinse tijd en de Middel eeuwen is helaas weinig bekend. In documenten uit die tijd wordt slechts zelden van schepen verhaald. Namen van scheepstypen worden weliswaar wel eens genoemd, maar een beschrijving ervan wordt vrijwel nooit gegeven. Er bestaan wel afbeeldingen van schepen uit die tijd op schilderijen, tekeningen, miniaturen (in handschriften) en glas ramen, maar slechts zelden wordt de naam van het type erbij vermeld. Op (waarin de ontwikkelingen van visserij en handelsvaart plaats konden vinden) na de uitvinding van Beukels de ont dekking van Amerika viel en de zeeweg naar Indië werd opengelegd, (wij had den goede kontakten in Lissabon), dan laat het zich des te beter verstaan hoe de wereldhandelscentra niet meer ge legen waren aan de Middelandse-, maar aan de Noordzee, waar Antwerpen (tot 1585) het machtigste centrum van de goederenhandel werd. En dat was mogelijk, omdat Schelde en Noordzee bevaren werden door deug delijke schepen en bekwame schippers. Omdat deze gewesten de woonplaatsen waren van een haringvissend, koopvaart beoefenend, ondernemend en stoutmoe dig volkje, dat mogen we dat op peren? de zeeën werden opgedreven (mede) doordat een onopvallende, pien tere, vakbekwame visser uit Biervliet een doeltreffende manipulatie bedacht merkelijk is, dat op veel zegels van do cumenten schepen staan afgebeeld, voor al in later tijden; aan de scheepvaart en met name aan de handel die met behulp van schepen werd bedreven, werd ken nelijk grote waarde gehecht, en niet ten onrechte. Wat de afbeeldingen op schilderijen en dergelijke betreft, mag men verwach ten, dat de artistieke interpretatie van de kunstenaar, de beeldende „dichter lijke vrijheid", de exacte weergave van het schip dat uitgebeeld werd wel eens geweld aandeed. Uitvoeriger gegevens verschijnen op den duur in officiële bronnen als verordeningen, douanebepa lingen, tolregisters en dergelijke. We kunnen geen scheepstype aanwij zen waarvan gesteld kan worden, dat het dit is waaruit de Europese schepen zich hebben ontwikkeld, of het zou de uitgeholde boomstam moeten zijn, een vaartuig waarvan zelfs nu nog enkele volkeren buiten Europa gebruik maken voor visvangst of vervoer over water. Het moet al een hele ontdekking zijn om kaakharing lang houdbaar te maken. Met alle gevolgen van dien. Och, misschien is het niet geheel on juist om hem te eren als grondvester van onze vaderlandse handelsvaart. Literatuur. R. Degryse, Vlaanderens Haringbedrijf in de Middeleeuwen, Antwerpen 1944. Ned. Historiebladen 1936, nr. 2: Oor sprong van het Haringkaken. J. de Coussemaker, Un cartulaire de l'Abbaye de Notre Dame de Bourbourg, Li 11e, 1882. T. Baudet, De maaltijd en de keuken in de Middeleeuwen, Leiden 1904. W. Unger, De levensmiddelenvoorzie ning van de Hollandse steden in de Middeleeuwen, Amsterdam 1916. J. Travis Jenkins, The herring and the herring fisheries, London, 1927 J. en A. Romein, Lage Landen bij de Zee. Utrecht, 1949. Illustraties: van de schrijver. geweest, dat een geraamte van takken waarover runderhuiden zijn gespannen als boot kan fungeren. In het begin van onze jaartelling was die ontdekking kennelijk al gedaan, er gens aan de Atlantische kust. Ceasar heeft dergelijke scheepjes in ieder geval Vergrooting van het zegel van de stad Nieuwpoort (Stadsarchief te Nieuwpoort charter no. 34, document van 1399). Voorzijde: schip in klinkboord met mid scheeps een mast met enkele ra, riem aan stuurboordzijde (op ill. aan bak boordzijde) en achterkasteel. „....en bij dat stulpje heb ik dan ook nog een aardig huikje liggen," zei de snob, daarbij doelend op zijn luxueuze jacht. Wellicht is het hem onbekend, dat de „hulk" één van de Middeleeuwse scheepstypen is, waarmee zeevaarders vele eeuwen geleden met weinig navigatiemiddelen betrekkelijk verre reizen maakten, zoals dat ook met andere scheepstypen gebeurde. Enkele van deze Middeleeuwse scheepstypen en hun voorgangers als mede de vaart die ermee bedreven werd, zullen in dit artikel wat nader worden belicht. 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1983 | | pagina 7