Beeld in flatgebouw (brons) te Rotterdam.
Een redelijke vraag.
Het is op dit punt, dat de gebruiker
van het boekje een toch redelijke vraag
voelt opkomen. Namelijk: zou dat soms
ook een replica3) zijn? Misschien óók
wel van Wenckenbach? Want die kon
dat. Werd zijn naam niet genoemd als
de maker van een nabootsing van graaf
Willem II?
Maar het gidsje laat de redelijke
vraag onbeantwoord en deelt louter
mee, dat het beeld dateert uit 1937.
Punt, uit.
Is het een beeld? Het is meer. Het is
een monument in het hart van een mo-
numentenstad. Nog betrekkelijk jong
zelfs. Nog geen halve eeuw. Zou het ge
signeerd zijn? Ja, waarachtig! Aan de
achterkant staat bescheiden: H. J.
ETIENNE Beeldhouwer.
Toch gek, dat de vervaardiger van
een nabootsing met naam en titel wordt
genoemd en de beeldhouwer van een
origineel monument in het geheel niet
wordt vermeld!
Maar misschien geeft de Encyclopedie
van Zeeland antwoord op deze redelijke
vraag. Thuis deel I er eens op naslaan.
Etienne wordt niet vermeld. Eens kij
ken onder Beeldhouwkunst. Dat is
moedgevend: ettelijke kolommen zijn er
aan gewijd. Je vindt er van alles: dat
de maker van het beeld van Jacob Cats
in Brouwershaven een Belg was, de
naam van de maker van het beeld van
Michiel de Ruyter op de boulevard te
Vlissingen. Maar Etienneneen,
Etienne niet. Emma trouwens evenmin.
Gekke boel.
Van Wenckenbach weet ik alleen, dat
hij professor was aan de T.H. te Delft.
Zouden ze soms in Delft iets afweten
van H. J. Etienne? Iets? Een vracht
gegevens!
Maar voordat we daarop ingaan: nog
een typisch staaltje uit ons wandelgidsje
Onder route 1, op de eerste bladzijde,
staat omtrent het befaamde stadhuis:
In de topgevel werd in 1910 een beeld
aangebracht van Koningin Wilhelmïna
in zittende houding met prinses Juliana
op haar schoot 4).
Mogen we even een beetje voorbarig
zijn? Wat niet vermeld wordt, is dat
de laatste blinde nis van het gebouw
Hugo de Groot.
werd gevuld met de laatste Hollands-
Zeeuwse graaf: Karei V (15061558). En
dat werd gemaakt door H. J. Etienne.
Emma.
Toen de overgrootmoeder van Ko
ningin Beatrix overleed ontviel onze sa
menleving een uiterst sympathieke oude
dame. Er was geen ontsteltenis. Er was
geen nationale rouw. Er was geen groot
verdriet onder het volk. Maar toch
Nederland miste haar. Was haar naam
niet vastverbonden aan de populaire
Emmabloem-kollekte? (Een landelijke
inzamelingsaktie voor gelden tot be
strijding van de toen teisterende
volksziekte tuberculose). Niemand
kon toen toch weigeren om was het
niet op 2 augustus? een „Emma-
bloemetje" te kopen?
In Baarn (Emma bewoonde daar het
paleis Soestdijk) voelde men het gemis
natuurlijk sterker dan elders in het
land. „Baarn" nam een initiatief. Maar
„Den Haag" ook.
In Den Haag zou een monument ko
men ter gedachtenis aan die lieve, oude
vrouw. Er zou een nationale prijsvraag
komen: beeldhouwers konden vrij hun
ideeën insturen. Henk Etienne stuurde
ook een ontwerp in. Het werd derhalve
een openbare zaak. Uiteraard werd er
in de pers over geschreven. Ook in de
toenmalige Middelburgsche Courant,
waar het de biezondere belangstelling
trok van de vigerende hoofdredakteur,
dr. Sybolt Smeding.
ZLM-penning 1943 (brons).
6