heen van de schilder Piet van der Hem in Den Haag. Want pas later heeft hij beseft, dat hij KUNST had gemaakt. Deze boekstaving mag er misschien toe bijdragen enig licht te laten vallen op Henk Etienne als beeldend kunste naar: een soldaat in een strijd, die hij zelf alleen heeft moeten strijden en winnen. Zei Werumeus Buning niet: „De zwaarste oorlog is de kunst en haar soldaten vechten voor God en niet voor hun kleine lot?" In die oorlog was Etienne een be trouwbaar, standvastig, eenvoudig, on wrikbaar soldaat. Op de plek die hij, toch zo jong nog, voor zichzelf had we ten te veroveren. Maar tot generaal of veldmaarschalk heeft hij het nooit ge bracht. Mogen we even vooruitlopen? Ge pensioneerd zijnde bezocht hij met zijn (tweede) vrouw Griekenland, bakermat van onze kuituur. Wat hij alleen maar kende van illustraties zag hij daar met eigen ogen. Ook Griekse ruiters. Vergun ons kort te zijn: terug in zijn eigen ruime atelier zette hij er zich toe om, levensgroot, in gips twee paarden te maken van zijn achtspan, bereden door een naakte Griekse atleet. Hij heeft er een paar jaar ijverig (en dat was hij: hij gunde zich nauwelijks de tijd om te eten) en blijmoedig (en dat was hij óók) aan gewerkt; wetende dat hij er nooit een „koper" voor zou vinden. Maar hij was van zijn paarden niet los. Hij kwam er nimmer van los. Even zeer als hij de dieren had gecreëerd, hadden de dieren hem gemaakt. Tot een zelfstandig, scheppend beeldhouwer, die verliefd bleef op zijn eerste schep ping en ze herscheppen wilde. Nóg eens gestalte geven. Puur joie de sculp ter. Legpenning (brons) 1935, in opdracht van Zeeuwsche Ver. voor Luchtvaart. Omtrent het Erama-monument. Met zijn inzending voor het Emma- monument was hij, een jaar of veertig oud, in de openbaarheid verschenen als winnaar van de tweede prijs. Had zich aangediend als beeldhouwer. Meer dan assistent, verbonden aan de T.H. Was Etienne's monument misschien iets voor Zeeland? Dat was het. Wie was de initiatiefnemer? Dr. Smeding wel licht? In ieder geval werden er plannen „gekanaliseerd" door de Middelburgse Vereeniging „Uit het Volk voor het Volk" (Midd. Courant 18 febr. '35). De toenmalige secretaris van die vereni ging, dhr. J. Tavenier, heeft er heel wat werk mee te verzetten gekregen. Dat blijkt uit het dossier dat berust bij het Gemeente-archief van Middelburg 5). Toen het aanbod van Zeeland om mee te doen aan het Haagse Emmamonument in najaar '34 van de hand werd gewe zen (een Haagse zaak is een zaak van Den Haag alleen!), stichtte men hier een „Centraal Comité tot het oprichten van een gedenkteken in Middelburg voor wijlen H. M. de Koningin-Moeder." De aktie zou zich over heel de provincie uitstrekken. Er moest geld komen. Het kwam er door de verkoop via plaatse lijke, gemeentelijke sympathisanten van zo'n 16.000 Emma-speldjes. Vrijwel alle gemeenten deden mee. Mr. Petrus Die- leman, comitélid, opperde om het mo nument te laten maken door de beeld houwer Puype te Apeldoorn („een door en door Zeeuw"). Etienne's ontwerp zou het winnen. Zeker toen in mei '36 twee gipsmodellen naar Middelburg werden verstuurd en tentoongesteld. Er kwam een kontrakt. De bouwplaats zou gereed gemaakt worden door Gemeentewerken. Er moet wat afgeklopt, gehamerd en geslagen zijn om op tijd het monument gereed te hebben! De Raad van Middel burg nam het (30 april '37) in eigendom, beheer en onderhoud over. In mei kon het in Delft bekeken worden. Het zou op 6 september 1937 worden onthuld door Koningin Wilhelmina. Etienne verzocht het comité uitnodi gingen te laten uitgaan voor die plech tigheid naar zijn ouders en naar „mijn oud-leermeester prof. Odé". Het monument was voor velen ver rassend. Menigeen was van oordeel, dat het heel wat beter geslaagd was dan het Haagse van Toon Dupuis, toch een kunstenaar van formaat. In 1976 zei één van mijn kleinzoons die Middelburg voor het eerst bezocht: „Wat een lieve mevrouw. Wie is dat Opa?" Toen hij het antwoord had ge hoord zei hij. „Ik ga bij haar op schoot zitten. Ik heb nog nooit bij een koningin op schoot gezeten!" Is dit misschien een erkenning hoe zeer Etienne in steen heeft uitgedrukt wat hierboven omtrent Emma werd ge zegd: .een uiterst sympathieke oude dame; ....een lieve, oude vrouw?" Want niet zelden wordt uit de mond der kinderen lof bereid en spreken kin deren de waarheid. Etienne in Zeeland: penningen. Openbaarlijk is er nóg een werk van Etienne in Zeeland te zien. Het bevindt zich in de voorgevel van het oude ge bouw van het Maritiem Instituut (de De Ruyterschool) te Vlissingen 6): een borstbeeld van Prins Hendrik, de groot vader van koningin Beatrix. Het werd door oud-leerlingen aangeboden in 1938. De school bestond toen 35 jaar. Hen drik was de beschermheer van de Ne derlandse Koopvaardij. Het werd ont huld door koningin Wilhelmina en na de oorlog (sept. 1953) herplaatst. Niet zo „openbaar" waren prestaties die hij leverde op een laat ons zeggen neventerrein van de beeldhouwkunst: het ontwerpen van penningen. Het is een slecht gekende kunst. Misschien wel een miskende kunst, die door maar wei nigen met succes wordt beoefend. Daar om willen we er iets nader op ingaan. Het ontwerpen van een penning is geen geringe opgave en het welslagen van het ontwerp hangt vrijwel uitslui tend af van de „vulling", de compositie binnen de fascinerende, dwingende vorm van de cirkel. Terwijl ik dit schrijf kan ik me verlustigen in het om en omdraaien en keren van het origineel 7) Terwijl u het helaas alleen maar stellen moet met de foto's van de ge denkpenning, die in opdracht van de (toen nog) Zeeuwsche Landbouw Maat schappij werd ontworpen ter gelegen heid van het 100-jarig bestaan (1943). U kunt. niet het licht laten vallen over het relief en het laten spelen over de voorstelling en moet het maar doen met de lichtval die de fotograaf heeft ge kozen. Binnen het cirkelvlak treffen ons de compositorische lijnen: de horizontalen van de speer en de bodem waarop de paardehoeven staan, maar ook de dia gonaal van het strijdbare paardenlijf en de gespannen ruiter. Deze lijn wordt gekruist door de diagonaal die bij het voorbeen begint tot het opwippende jasje van de boer. Een mooie vlakvul ling. Maar er werd méér gevraagd: twee jaartallen en de letters ZLM, waarvan de onderlijn horizontaal loopt met de bodem. Is het geen vondst om de L binnen de cirkelrand juist iets te laten door lopen en om de jaartallen niet precies naast elkaar te zetten maar „een regel" te laten verspringen? Nu de voorbenen van het paard de ene benedenhoek vul len, vraagt de linkerbovenhoek om een vulling: daar is het Zeeuwse wapen binnen het kloeke randschrift (Ook daarvan wordt iedere letter eerst in klei geboetseerd De keerzijde is met zijn eenvoudige aanduidingen van ploeg en voren van een treffende simpelheid waarbij de compositie vraagt om een vulling tegen over de geploegde grond. Daarvoor vond de ontwerper de rijzende zon, die zijn warme stralen over de akkers en de hemel schiet. Wie het veldwerk van nabij kent, zal de zon weten te waar deren, waar zonder geen landbouw kan bestaan. Nog minder „openbaar" is de legpen ning (50 ex.) die Etienne ontwierp in 1935 in opdracht van de Zeeuwsche Ver eeniging voor Luchtvaart. Er was in die jaren een luchtlijntje (Knokke) Vlis singen Haamstede Waalhaven (Schiphol) en één van degenen die de penning ontving was dhr. C. A. van Woelderen (burgemeester van Vlissin gen) 8). Na de uitvoerige beschrijving van de Z.L.M.-medaille, willen we kort zijn. Na eeuwen Zeeland gepersonificeerd te hebben met de worstelende leeuw in het zilte nat, krijgen we hier wat een vondst! een vliegende leeuw met het prikkelende randschrift: „Door te worstelen ben ik boven gekomen en nu wil ik boven de golven." Ander werk. Toen Etienne in de kracht van zijn leven was, kwamen er opdrachten van allerlei aard binnen. Beelden voor ker ken (enkele te Delft o.a. Christopho- rus en één te Alkmaar), portretop drachten, kinderkopjes, restauratiewer ken voor gebouwen of kerkorgel-fronten versierend beeldhouwwerk voor flats en 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1982 | | pagina 10