Nog even wat „grepen" uit de spijskaart:
De soepen varieerden van 7,(de potage
a l'Oignon) tot de Bisque d'Homard, de
gebonden kreeftensoep, die 12,kostte.
Bij de koude voorgerechten waren diverse
cocktails, met zeevruchten als integrerend
bestanddeel, maar ook Ardenner ham met
meloen. De prijzen liggen tussen de 16,50
en 20,
Bij de warme voorgerechten 13,tot
20,zagen we onder meer kikkerbil
letjes, slakken, mosselen in champagne en
een krabschelp. Met de visgerechten lieten
we u al kennismaken (en ze hadden er nog
meer soorten). Bij de vleesgerechten ont
dekten we chateaubriands voor twee per
sonen 70,—), haasbiefstuk en varkens
haasjes, alles met een prijsvariatie van
32,50 tot ƒ34,Voor de ijsdesserts be
taalde men 8,50 en dan waren er diverse
„café's" met whiskey en likeuren voor 9,50
Zo, dat was een avondje „Gevangentoren"
een etablissement, waar we vriendelijk en
voorkomend werden bediend. En als u „his
torisch geïnteresseerd" bent, dan laat „mai-
tre" Gerard Goetheer, chefkok en restau
rant-gerant, u als hij even tijd heeft
gaarne oude foto's en tekeningen zien van
de toren. Afbeeldingen uit tijden toen „lek
ker eten" beslist niet het hoofddoel van
dit bouwwerk wasDat is het nu wel:
doen als het even kan!
„De vier jaargetijden".
Op een zondag, toen de wolken zich hoog
opstapelden aan de Zeeuwse herfsthemel
zijn we naar Schouwen-Duiveland gereden,
door het vlakke, maar mooie polderland
naar het goede dorp Zonnemaire. Daar staat
boven op de „Dijk van Bommenede" een
schat van een eethuisje: Restaurant „De
Vier Jaargetijden", direkt herkenbaar aan
zijn witte geveltje met vier vensters en drie
typische dakkapelletjes.
Ook een gezellig interieur: rode plavuizen
vloer, eenvoudige houten tafels met „ge
wone" keukenstoelen. De wanden versierd
met landbouwwerktuigen en muziekinstru
menten. Bloemen op tafel, planten voor de
ramen. En achter in het eetzaaltje een
grote schouw met tegelwand, die dienst kan
doen als open haard.
Een leuk, gemoedelijk sfeertje wacht u
dus in „De Vier Jaargetijden". En chefkok
eigenaar Han Berman en zijn vrouw Truus
doen al het mogelijke om dat sfeertje te
handhaven en de gasten zich „thuis" te
laten voelen. Daarbij: het voedsel en de
dranken die u in dit huiselijke restaurantje
worden voorgezet, mogen er zijn! Wederom:
geen „super-klasse". Wel smakelijke ge
rechten met vakkennis toebereid en char
mant opgediend!
Na het welkomsthapje, de „krukels" van
het huis en onze glaasjes Martini en Cam
pari, die we aan de kleine bar naar binnen
nipten, werd ons een groentesoep geser
veerd die een spontaan, heerlijk aroma had.
De „versheid" straalde je tegemoet van
de peentjes, de prei, de peterselie en de
venkel. Vers was ook het bruine stokbrood,
dat we bij de soep aten.
Nu zou ik eens een vleesgerecht eten
enrode wijn drinken! Van dit besluit
heb ik geen spijt gehad! Han verzorgde
voor ons een voortreffelijke, gegrilde tour-
nedos. Die werd opgediend met gebakken
aardappeltjes, Brussels lof in ardennerham,
stoofpeertjes, snijbonen, gemengde sla en
kruidenboter. Wat weer opviel was de verse
smaak van de groenten, die het bij het
malse vlees goed „deden".
Rode wijn ditmaal! Voor Oursette en mij,
„overtuigde" witte wijndrinkers, was de fles
die Han ons had aanbevolen een openba
ring: een „Saint Emilion", grandcru uit 1973
van het „Domaine de Peyrelonque", lichte
lijk rinsig op de tong met een sympathieke,
milde afdronk. Kortom, een rode wijn, die
ons beviel.
Oursette koos een Baveroisse met Kiwi,
room en een scheut „Cassis de Dyon" als
nagerecht, ik stelde me tevreden met een
ouderwets „mannen-dessert": gember met
dunne room. Daarna dronken we koffie,
waarbij ik me tot een Franse cognac ver
stoutte.
Dit uitstekende dinertje kostte ons
155,(waarbij inbegrepen de fles „Peyre
lonque" van ƒ47,50). Per persoon dus
77,50. Niemand hoeft ons voorbeeld
hoe aantrekkelijk ook wat de wijn betreft
na te volgen. In de „Vier Jaargetijden"
wordt ook wijn per glas geschonken. En
de wijnkelder van dit etablissement (we
mochten er een kijkje nemen) bevatte wij
nen, die varieren van 19,(een „Pies-
porter Michielsberg" van de Moezel) tot en
met Champagnes, waarvan „de Besserat de
Bellefon brut rosé" 77,50 kostte.
Zeer sympathiek was de huiswijn, de Cu-
vée „Bommenee" in een rode, rosé en witte
uitgave. Van de witte wijnen moesten we
uiteraard even proeven: voor zijn prijs
18,50 per fles een beminnelijk wijntje,
droog en stevig, en zonder de wat bittere
nasmaak, die helaas bij sommige
goedkopere wijnen nog wel eens voorkomt.
De Bordeaux, Bourgognes, Beaujolais,
Rhones, Moezeis en andere wijnen lagen bij
„De Vier Jaargetijden" in de prijsklassen
die varieerden van zeg maar 20,tot en
met 60,—. Wat wij ervan proefden doet
ons zeggen: „leuke wijnen"
En nu de spijskaart. Deze bevatte aan
trekkelijke spijzen tegen aantrekkelijke prij
zen. Onze tournedos kostte 29,—. De
duurste tournedos was een „Stroganoff", die
voor twee personen 65,kostte. Een var
kenshaasje in roomsaus vroeg 28,Zee
tong, paling, zalm en tarbot, allen op di
verse wijzen bereid, stonden ook op het
menu. Gebakken paling voor 29,en
gepocheerde tarbot voor twee personen voor
65,-.
Er was een keur van voorgerechten, we
telden er 17. Onze fantastische heldere
groentesoep kostte 5,voor truffelsoep
werd 7,50 gevraagd, voor Ardenner ham
moest men 12,50 betalen en gerechten als
krabcocktail, gerookte zalm en „Coquilles
Bommenée" vergden 17,50. De desserts
lagen rond de ƒ6,Geflambeerde kersen
voor twee personen kostten 15,
Han en Truus vertelden ons dat ze aan
enige geringe wijzigingen in de spijskaart
dachten: „Er komen wat mosselgerechten
bij en de wijnkaart blijft haar kwaliteit be
houden, maar het is best mogelijk dat de
prijzen wat gaan dalen," vertrouwde de
„patron" ons toe.
Wij hebben in ieder geval in dit een
voudige, maar goede Schouwse restaurantje
heerlijk gegeten. Een voorbeeld ter navol
ging!
Het ligt in de bedoeling van Oursette en
mij bij een volgende gelegenheid ook
Zeeuws-Vlaanderen aan te doen. Want ook
beneden de Westerschelde, daar waar het
goede Vlaanderen begint, heeft men zijn
eigen smulhuizen, die we graag eens met
een bezoekje zullen vereren.
Eet smakelijk, en hopelijk „tot een vol
gend maal"!
26