lijkheden. Mijn vrouw schuurt echter nog
trouw mijn gefabriceerde klompen mooi
glad."
Als blijk van liefde maakte Jozeph een
paar jaar geleden, ter ere van de vijftigste
verjaardag van zijn vrouw een paar magni
fieke klompen. „Of ze het in haar hart zo
waardeerde, weet ik niet. Ze ging er op
mijn verzoek wel mee naar de kerk en
winkelen. Dansen op klompen liet ze echter
aan mij over. Nu maak ik nog steeds prach
tige klompjes voor haar, glanzend gele, rode
in de kleur van de liefde, of mooie blank
geschuurde voor de carnaval."
Klompenmakersgeslacht.
Jozeph zelf, kan zich niet voorstellen, dat
iemand niet blij zou zijn met een paar
degelijke, mooie klompen. Op hem oefende
dit houten schoeisel altijd een bijzondere
bekoring uit. Hen bekoring, die hem des
tijds deed besluiten om in de voetsporen
van zijn vader, Camille van Boven, te treden.
Jozeph: „Ik kom uit een rasecht klompen
makersgeslacht. Ik heb altijd klompen wil
len maken. Vandaar dat ik niet behoor tot
de ongeveer 1500 bedrijfjes, die zich na 1945
door de overheid lieten saneren. Ik, Van
Boven, die liefde voor zijn vak heeft en
walgt van alles wat van rijkswege komt,
bedankte destijds vriendelijk voor het aan
bod, om al je gereedschap in te leveren en
om dan via democratische weg een finan
ciële uitkering te krijgen, die teveel was
om van dood te gaan en te weinig om
van te leven. Ik ben mooi bij mijn klompen
ambacht gebleven en ik moet zeggen, dat
al diegenen met mij, die ook hun vak lief
hebben en het hebben volgehouden er nu
op een redelijke manier een boterham mee
kunnen verdienen."
De oorzaak van het wegslinken van vele
klompenbedrijfjes lag in de concurrentie
van de schoenenindustrie. Vooral na de oor
log in 1945, drong ze steeds meer de klom-
penfabricage op de achtergrond. Daarnaast
vormden de nylons nog een extra gevaar
voor de klompen. Jozeph: „Je kon de
klommes nog zo mooi gaaf schuren aan
de binnenkant, de nylons bleef je eraan
ophalen. De Nederlandse vrouwen hebben
ons op dat gebied flink in de steek ge
laten. Grote mansklompen en klompen voor
op de boerderij en in de tuin blijven we
echter vlot verkopen. In sommige streken
van Nederland kun je ook door het toerisme
nogal wat kinderklompjes sljiren."
Het is een feit, dat klompjes aan de
voeten van peuters en kleuters een aparte
bekoring heeft. De kleintjes zelf vinden,
vanwege het muzikale geklikklak, het ook
prachtig om ze te dragen.
„Waar ook vrij veel vraag naar is, is
naar klompen, die als siervoorwerp dienst
doen. Bijvoorbeeld voor scheepjes of als
plantenhangers."
Doopsuikers.
Irene Van Boven mengt zich ook even in
het gesprek: „In onze streek worden klomp
jes ook wel gebruikt voor de doopsuikers.
Dat suikergoed, dat uit verschillende kleur
tjes bestaat, delen de meters meestal aan
kinderen, naaste familieleden en vrienden
uit. Vroeger veelal in mooie doekjes. Nu
geven ze die doopsuikers vaak ten ge
schenke in versierde klompjes."
Volgens Jozeph is de klompenindustrie
ten dode opgeschreven. „Meestal zijn het
de oudere mensen, die nog klompendragend
z;;n. Er is onlangs wel een korte opleving
in de klompenindustrie geweest, maar dat
was maar van tijdelijke aard. Dat kwam,
omdat de klompen toen in het modebeeld
20