platvissen hebben naviga tie-orgaan en nog wat stemd op competitie, overwinningen en ne- derlagen-met-een-„sneer". Laat ons eens pleiten voor een andere watersport. Hangt uw gezondheid en wel- zijn-aan-boord er soms van af of u tien of twintig zeemijlen méér maakt op het weekend? Dat is toch ook maar een pres tatiecijfer en meer niet! Let wel: er is ook een andere trend in de zeil- en motorboot- sport. Die van de aangepaste, ontspannende, niet-enerverende maar „relax" gevende vaardagen. Zorgvuldig rekening houden met weer en wind, kalm-aan varen, niet deel nemen aan races; meer comfort en minder hard werken aan boord: dat is het tweede aspect van de pleziervaart. De toerzeilers, de zeilgenieters, de welzijnszeilers, de mo torbootfilosofen, de tochtenmakers met lange ervaring: ze gebruiken hun jachten heel anders, ze zetten zich schrap tegen de haast, de prestatiedrang, de onderlinge concurrentie om ergens het éérst te zijn Ook als u een zeezeilracer hebt, gebruik die dan regelmatig om u te ontspannen, met echtgenote, kinderen, kennissen en vrienden. Breng de boot vroeg in '79-voor- jaar in de vaart en maak daar nu afspraken voor Heus, er zijn mooie zeil- en vaar dagen in maart, met wind en felle zon op Grevelingen en Veerse Meer en elders. Er is maar een kans van 2 op 7 dat het weekend goed weer geeft: kleed u warm en veilig aan, ga niet alleen zeilen zonder consequent de veiligheidsgordel aan te pikken. Leer de reacties van uw schip waar van u er enige bent vergeten tijdens de winter opnieuw doorgronden. Bestudeer deze winter enige boeken over het weer en de wind, zodat u deze bepalende fak- toren beter onderkent dan vroeger. Naar mate men méér weet van het weer krijgt men vanzelf meer animo om weer te gaan varen, ook op een schrale weekenddag met nog niemand op het water. En dan rustig- ontspannend. niet met de autobaan-men taliteit. De motorsailer biedt voortreffelijke kwa liteiten voor de op ontspanning ingestelde vaarfilosoof. Ze biedt optimaal comfort voor varen en grote tochten maken in het kille voorjaar en de dromerige herfst. Lange avonden, soms een regendag; maar er is gezelligheid, warmte en behaaglijkheid aan boord. Er ligt onder de vloer een absoluut betrouwbare werkezel, de sterke dieselmo tor, en op een klare, winderige middag op open Deltawateren aangekomen trekt men de stopknop uit om de zeilen te gaan hijsen. Gestadige, rustige en stabiele allure van zeilen. Vergeet dat haarscherp opkrui- sen binnen 45 graden maar! Maak een slaagje meer in alle comfort, geniet van het rustige boeggolfgeruis, het schuimende zij- en kielwater, de stilte aan boord. En toch op tijd weer thuis in de haven met de motor die negen maanden per jaar zijn plicht doet en volop stroom levert. Dit type jacht vergemakkelijkt „filosofische cruises". O ja, een zeilracer haalt u in, maar wat zou dat? Daar aan boord ergert de schipper/eigenaar zich wellicht aan een bemanningslid dat niet snel genoeg werkt of de schootlier niet goed bedient. So what? Een pleidooi voor een andere manier van varen, die mogelijk is met elke zeil of motorkruiser. Genietend varen, langer seizoen, zich niet enerveren bij wachten voor brug of sluis; oudere kennissen of gebrekkige mensen een keer uitnodigen voor een vaartocht, de tennisvrienden inviteren voor een verjaardagfuifje aan boord; de boot als moederschip laten dienen voor kinderen en/of kleinkinderen die (leren) zeilen en/of wedstrijdzeilen. Er is meer dan alleen maar volgens geijkt schema het meer rondvaren! De winter biedt volop tijd om zich voor te bereiden op het komende vaarseizoen. Er kan een navigatiecursus worden gevolgd, er kunnen zeii- en motorbootboeken worden bestudeerd; het schip kan worden geïn specteerd en verbeterd, de nieuwste water kaarten kunnen worden aangeschaft. En er kan een „planning" worden gemaakt voor het vroeg beginnen van het vaarseizoen '79, voor intensiever gebruik maken van de gezondheidgevende boot, met name voor hen die min of meer ziekmakend werk verrichten. Wie zijn boot de hele winter „vergeet" mist waarschijnlijk een stuk van het vaar-voorjaar dat juist ook in onze wijdwaterprovincie zulke machtige moge lijkheden biedt om te genieten van water, wind, zeelucht en stilte! Net als postduiven. Door Cor van Heugten. Engelse visserij-biologen hebben het af gelopen jaar belangwekkende proeven ge nomen met schol, die van vernuftige zen dertjes waren voorzien. Het onderzoekings vaartuig, dat de proef begeleidde, was uit gerust met apparatuur, dat niet alleen de verblijfplaats van de vis op de bodem van de zee, maar ook de juiste hoogte tussen bodem en oppervlakte van de zee, zou kunnen bepalen. Schol, die ergens voor de Britse kust werd uitgezet, zwom met grote snelheid in een vaste trekrichting. De leukste ont dekking was, dat de 13 schollen met radio zendertjes „aan boord", voortdurend ge bruik maakten van het gunstigste getij (dus eb of vloed) in hun favoriete trekrichting. In de uren, dat met de ebstroom op de staart werd gezwommen, werden met vrij hoge gemiddelde snelheden van b.v. 10 km per uur, grote afstanden afgelegd. Als de radio-schol het tij tegen kreeg, gingen ze prompt naar de zeebodem in ruste. Zodra het water op zee weer in hun trek richting stroomde, kwam de schol weer van de zeebodem. Opvallend was ook, dat de schol op de hoogte ging zwemmen, waar de „stroom van het water mee" het grootst was. Dat gebeurde niet alleen overdag, maar ook 's nachts in dichte duisternis. De schol heeft dus een orgaan, dat hem in staat stelt na te gaan in welke richting de stroom van het water gaat. Dat lijkt een voudig, maar een vis, die midden in een waterkolom zit kan nauwelijks zien of „voelen" hoe de stroom gaat. Er is zeker 's nachts geen bodem-oriëntatie. De schol heeft ook een navigatie-orgaan voor een bepaalde trekrichting; een tocht naar de geboortegronden, paaigronden; of zoals u wilt (bij postduiven) het thuishok. Bij de Engelse scholproeven is dus bewezen, dat deze platvis bij doelgerichte trektochten handig gebruik van de getijstromen maakt. Ook bij de tong heeft de Nederlandse bioloog Joop de Veen dat al 10 tot 15 jaar geleden bij de zwemtong ontdekt op de trektocht uit zee naar de kustgebieden om te paaien. Soms zwemt de tong dan aan het zee-oppervlak. Ook de RIVO-bioIoog heeft in weten schappelijke kringen weer applaus geoogst met zijn kritische kanttekeningen op de Engelse konklusies op de radio-schol. De Veen wijt de vaste trekrichting na het los laten uit het aquarium in de Noordzee aan homing. De schol, die zo snel naar het oosten koerste, zwom regelrecht terug naar de thuisgronden, waar ze maanden tevoren waren weggevangen. Een platvis, die min der dan een jaar elders wordt vastgehouden, verliest pas na lange tijd de oriëntatie op de thuisgronden. De Engelse schol werd na ongeveer een half jaar voor de proef in zee teruggezet. Hun navigatie-orgaan (wat dat dan ook mag zijn) was toen beslist nog gevoelig en op het thuissein van de geboortegronden ingesteld, meent de R1VO- bioloog De Veen. Er is net als bij postduiven nog weinig bekend over de wijze waarop zo feilloos op het thuissein van het hok genavigeerd wordt. Is dat het magnetisch milieu van de geboortegronden of het thuishok? Speelt ook de draaiing van de aarde, de coriolus- kracht, een rol? Nieuwe experimenten zullen het moeten leren. 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1978 | | pagina 26