Minder haring betekent meer kabeljauw Aan onze abonnee's Dit is de trouwfoto van zoon Arjaon. De bruidegom heeft zich jammer genoeg bewogen, maar de meesten van de huwelijksgasten zijn nog goed herkenbaar. De foto dateert van 1945. Rechts naast de bruid mijn pleegouders: R. en moeder Louwerien. Links achter het bruidspaar dominee en mevrouw Vreugdenhil van Meiiskerke. Op de bovenste rij de zusters Geerte en Jaone R We moesten ons binnen vermaken, in de grote, blauwgeverfde bakkeete, waar Kee, de zwartwollen voeten op een stoof, bij het licht van de porceleinen gaslamp zat te breien. Toen de regen extra overvloedig langs de kleine vierkante ramen stroomde, keek Kee tevreden op en zuchtte: „Wat een zegen!" Wat zei ze? Dat hondenweer een zegen? Een zegen. Het Walcherse klei- land, dat bij langdurige droogte in grillig gevormde plakken uiteen pleegt te scheuren, mocht zich op deze middag voldrinken met hemelwater. Kee leerde me, dat al die kille nattigheid een groene wereld beloofde en een rijke oogst. En sinds die middag begreep mijn stadse hart, dat tot dan toe niet alleen in letterlijke zin, maar ook figuurlijk vier-hoog boven de grond had geleefd, de zegen van malse regenbuien voor droog en dorstig boerenland en voor droge en dorstige stads tuinen. En Ka? Ka was voor mij in die tijd zoveel als een zorgzame tante, die een kop chocolade voor me klaarmaakte en me met wijze adviezen te lijf ging. Maar nu mijn pleegouders zijn overleden en ook Kee niet meer leeft, vormt buurvrouw Ka merkwaardigerwijs één van de sterkste scha kels in de ketting, die mij aan Zeeland blijft binden. Ik denk, dat dat komt, door dat Ka, evenals haar zusters, onvoorwaar delijk trots is op haar land, haar taal en haar dracht. Ka is nog echt Zeeuws! Door Cor van Heugten. De stand van de kabeljauw in de zestiger en zeventiger jaren slaat alle records. Er is een lange reeks van sterke jaarklassen ge weest, die om een verklaring vraagt. De RIVO-biologen zijn er van overtuigd, dat de sterke jaarklassen direct of indirect te danken zijn aan de overbevissing van andere vissoorten in de Noordzee. De haringstand is van 800.000 ton vol wassen haring en nog belangrijk meer, de laatste 10 tot 15 jaar tot slechts 150.000 ton gedecimeerd. Een volwassen stand van driejarige haring van 800.000 ton is zelfs het minimum voor een rendabele en ver antwoorde haringteelt. Kort na de oorlog was de haringstand zelfs een veelvoud van die 800.000 ton. Het is dus begrijpelijk, dat er nog slechts een fractie van de vraat zuchtige haringscholen op de paaiplaatsen van de kabeljauw voor de kust komt. Het staat vast, dat de haring in vroeger jaren enorme hoeveelheden eieren en ka beljauwlarven opvrat. Van deze massale aanval op het kuit en de kabeljauwbabies is nu geen sprake meer. Er komt dus veel meer jong broed van de kabeljauw, dat de kans krijgt te overleven, tot wasdom. Dat is de oorzaak, dat er zo'n lange reeks van zeer sterke jaarklassen kabeljauw is geweest. Dat is ook weer de oorzaak, dat de vele honderden miljoenen jonge ka- beljauwtjes de garnalenstand bijna hebben uitgeroeid (ook overbevissing natuurlijk door de garnalenkotters). Er zit ook veel meer sprot in de Noordzee, die een stukje van de plaats van de haring hebben in genomen. Pleegmoeder Louwerien. Met ingang van 1 januari 1979 zijn ook wij genoodzaakt het abonne mentsgeld van ons tijdschrift te ver hogen. Niet alleen de gestegen produktie- en papierprijzen nopen ons daartoe, maar ook de op veler ver zoek grotere opname van foto's (zo wel oude reprodukties als nieuwe) werken kostenverhogend. Van vele zijden hebben wij grote lof bekomen voor de uitvoering van ons magazine, zodat wij vertrouwen dat de verhoging tot 20,— per jaargang door een ieder gebillijkt zal worden. 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1978 | | pagina 13