Het nieuwe stroomregiem
op de Oosterschelde
en de watersport
Sportvishaven Stavenisse staat model voor bootvisserij
land een soort „vreemdelingenhaat" wordt
aangewakkerd. (Hoewel je soms in de ver
leiding komt ergens een bordje met het
opschrift „Verboden voor randstadters" neer
te zetten. Maar dat zou toch wel erg ha
telijk en onvriendelijk zijn, dus maar geen
bordjes, ook maar geen kreten van „weg
met die en die").
Men behoeft dus geen vreemdelingenhaat
te koesteren als men zich afvraagt of de
gedachte „Zeeland voor de Zeeuwen" niet
eens wat meer gestalte moest krijgen. Zee
land in de eerste plaats voor de Zeeuwen,
zonder „die anderen" nu maar te weren
of weg te sturen.
Is het nu werkelijk zo erg als bij het
bezetten van een arbeidsplaats in deze pro
vincie, hetzij voor een hoge, of voor een
lagere functie, die plaats allereerst ter be
schikking zou komen voor een (daartoe
geschikte) Zeeuw of Zeeuwse?
En vergissen we ons als we stellen dat
men „bij het creëeren van nieuwe arbeids-
Met overgrote meerderheid van stemmen
heeft de gemeenteraad van Tholen haar
goedkeuring gehecht aan de aanleg van een
sportvishaven in Stavenisse.
Hoewel het oorspronkelijke plan voor
400 ligplaatsen voorlopig is gehalveerd,
blijft er reden tot juichen. In de loop
van 1979 krijgen bijna 200 bootvissers de
kans hun visboot(je) in deze unieke uit
valsbasis voor de bootvisserij aan de Oos-
terschelde te stationeren. Door de aanleg
van een ruime trailerhelling krijgen vele
andere bootvissers de kans hun visboot in
het weekend en de vakanties te water te
laten.
Bij een verstandig beheer in clubverband
kan de sportvishaven van Stavenisse model
staan voor de toekomstige ontwikkeling
van de bootvisserij van „delta tot wadden".
De liggeldprijzen van 35 gulden per vier
kante meter liegen er niet om, maar ze
zijn in verhouding tot de prijzen van
projekt-ontwikkelaars elders, nog redelijk.
Bovendien hebben bootvissers de kans, de
kosten met enkele vrienden, hoofdelijk om
te slaan.
Voor vele bootvissers is het zeehengelen
trouwens een „winter-sport", die alleen
op dagen van strenge vorst onmogelijk
wordt. In de Zeeuwse delta wordt 's win
ters vaak meer vis gevangen, dan zomers.
Er wordt dus dubbel en dwars van de lig
gelden geprofiteerd. Het aantal visdagen
is voor vele sportvissers het dubbele en
meer dan bij de zuivere watersporters. In
de hele exploitatie kan trouwens een aantal
lege boxen in de herfst- en wintermaanden
nog aan de meer winterharde bootvissers
worden verhuurd, die geen ligplaats in de
zomer konden bemachtigen.
Het valt te hopen, dat in de toekomst,
het aantal ligplaatsen tot het oorspronke
lijke plan van 320 kan worden uitgebreid.
Ook b. en w. van Tholen waren het niet
eens met de financiële argumenten van het
provinciaal bestuur. Ze hebben zich om het
ongeduld van de vele zeehengelaars niet
langer op de proef te stellen, maar wijselijk
„ja" gezegd tegen het kleinere plan.
De gemeente voortziet, dat Stavenisse
een economische en sociologische impuls
van dit veelbelovende sportvishavencomplex
plaatsen" niet eeuwig en altijd op zware
industrie moet mikken, maar ook eens
(heel wat) meer op de dienstensector, om
dat daar meer plaatsen zijn voor („eigen"
Zeeuws) midden en hoger kader?
Zou men bij benoemingen in hogere over
heidsfuncties ook niet meer moeten laten
meetellen het antwoord op de vraag of
de te benoemen functionaris „streek-eigen"
is?
Zou de overheid bij het ter beschikking
stellen van onze steeds schaarser wordende,
voor recreatie geschikte grond niet moeten
nagaan wie er van die grond gaat profi
teren: alleen rijke Hollanders, dure Belgen,
Duitsers met dikke beurzen, of ook de
eigen bevolking?
„Zeeland voor de Zeeuwen" is toch zo'n
gekke leus nog niet! Je moet er niet mee
overdrijven. Maar een enkele maal deze leus
luid en duidelijk aanheffen kan geen kwaad.
Anders ziet het er naar uit dat we ver
worden tot „duldende, zuchtende, zwijgen
de Zeeuwen"!
krijgt. Voor de eigen bevolking is het
een groot voordeel, dat vele marginale
bedrijven, o.a. in de middenstand de kans
krijgen hun omzet te verhogen.
Laat alle bootvissers en hun gezinnen,
die de weekends naar Stavenisse komen,
daarom hun inkopen in hun tweede woon
plaats doen. Vooral de sportvissers, die een
vaste caravan hebben, doen er goed aan
de plaatselijke middenstand wat te gunnen.
Omdat ook de sportvisserij in het vroege
voorjaar, late herfst en zelfs winter vaak
doorgaat, is de bootvisserij een dubbel
economisch belang. Als alle zeilers en mo-
torbootvaarders al achter de kachel zitten,
wordt door de zeehengelaars nog volop op
kabeljauw, schar, schol en wijting gevist.
Centrale ligging.
De nieuwe sportvishaven van Stavenisse
ÜPt erg centraal voor de Randstad-henge
laars, de Brabantse en Zeeuwse sportvissers
van dit schiereiland. Er liggen prima stek
ken op enkele kilometers afstand in het
Goese Sas, rond de Oosterscheldebrug op
8 kilometer. Het is ongeveer 20 km varen
naar de werkeilanden in de monding van
de Oosterschelde. Het visrijke kustgebied
tussen Colijnsplaat en de Banjaard voor
Wissenkerke met veel zeebaars en grote
paling is 15 km weg.
Richting Bruinisse is het 10 km en
Philipsland ligt 7 km ver. Men kan alle
kanten uit. Dat is erg belangrijk in ver
band met de windrichting. De bootvissers
moeten wel bedenken, dat er bij windkracht
3 voor een aantal bootjes al bedenkingen
zijn als de wind uit het noord-westen waait.
De praktijk is nu eenmaal, dat de helft
van alle visdagen door te grote windkracht
uitvalt. Zeker voor de kleinere visbootjes.
Een goeie raad voor Stavenisse is dus
wat de jollen betreft, rond of boven de
5 meter te gaan zitten. Ook buiskapjes op
open jollen zijn geen overbodige luxe.
Snelle planerende boten zijn hier ideaal
om de verre stekken van 10 tot 25 km
afstand te bevaren. Bij goed weer zijn vaar-
snelheden van rond de 25 km en meer
heel gewoon.
De sportvissers van Stavenisse zullen goed
geïnstrueerd deze grote plas op moeten
gaan. Door de Oosterscheldewerken zijn er
links en rechts ook fikse stroomsnelheden,
die in de vaartijden verrekend moeten
worden. Er liggen trouwens al plannen
voor een goeie viskaart, die ook de nodige
nautische gegevens en veiligheidsvoorschrif
ten gaat leveren. Ook een verstandige ha
venmeester kan in overleg met een des
kundig clubbestuur de nodige veiligheid
inbouwen. Bij kritische weersomstandighe
den is een vaarverbod uit de sportvishaven
beslist verantwoord.
Ook wat dat betreft kan de sportvis
haven van Stavenisse model staan.
Door Cor van Heugten.
Niet alleen voor de beroeps- en sport
visserij en schelpdierencultures, maar ook
voor de watersport gaat het nieuwe stroom
regiem op de Oosterschelde door de bouw
van de stormstuw-pijlerdam grote veran
deringen meebrengen. Er komen gebieden
met grotere stroomsnelheden en veel klei
nere stroomsnelheden. Dicht bij de pijlerdam
komt natuurlijk een vaarverbod. Wie kan
er bij een stroomsnelheid van 5 meter
per seconde nog veilig varen?
Zoals eerder gemeld, komt er een vaar
verbod vlak achter de stormvloedkering
met een veiligheidskabel, die scheepjes „op
hol" kan opvangen, die zich anders onder
de pijlerschuiven te pletter varen. Maar
ook verderop van de pijlerdam neemt de
stroomsnelheid snel af tot achter in de
verkleinde kom een zeer gedempt getij
beschikbaar komt. Er kan bij de komende
inrichting voor de watersport dus zeer se
lectief gewerkt worden.
Het water wordt veel veiliger, omdat er
minder gevaarlijke stroom komt, rrrinder
eb- en vloedverschil en vaak rustiger water.
Er komt door de grote dammen, oester-
en Philipsdam o.a., een groot gebied dat
in de luwte van de westen- en noorden
winden komt te liggen. Er komt een lang
zamer vulling en veel langzamer leegloop
van het hele verkleinde Oosterschelde-bek-
ken. Er kan dus precies op stroomsnelheden
en stroomrichting gedurende vele uren ge
varen worden.
Er komt extra ruimte en kans voor kleine
watersport, alleen de echte zeezeilers zullen
wat minder avontuur hebben. Er komen
zandbanken blijvend bloot, maar ook zand
banken blijvend onder water. Het oppertje
achter die banken vervalt. Zo komt er een
nieuwe situatie, die tot een eindafrekening
leidt, dat het water van de Oosterschelde
wat rustiger en veiliger wordt. Los nog
van het Zoommeer, dat een zoet gebied
wordt zonder eb en vloed en een dorado
voor hengel- en watersport in het Markizaat
bij Bergen op Zoom, kan er dus een veel
grotere selectieve keuze, dus een soort be
stemmingsplan voor natuur- en recreatie
soorten gemaakt worden.
Ook wat de watersport betreft, kunnen
er dus goed geselecteerde inrichtingsplannen
gemaakt worden. Dat zou wel eens winst
voor de veiligheid en het comfort van vele
soorten watersport kunnen betekenen,
waarin elk jaar duizenden nieuwkomers
een schip of bootje kopen,
Ook de Biesbosch, waar de eb en vloed
totaal verdween, het Veerse Meer en de
Grevelingen zijn voorbeelden van een snelle
watersport-ontwikkeling.
Door Cor van Heugten.
31