Haastloos welzijn aan boord
Tekst: S. Z. Foto's: van de schrijver.
water! Inderdaad zijn er booteigenaars met
te weinig ervaring om onder alle omstan
digheden „safe" te zeilen en te varen te
midden van de voorrang vragende beroeps-
binnenvaart. Let wel: hoe meer men vaart
met zijn jacht, des te beter leert men
moeilijke situaties onderkennen en beheer
sen. het vaarreglement kennen en des te
beter kent men het gedrag van zijn eigen
boot bij alle weer en wind.
Met name bij de zeilkruiser springen
de brandstofkosten er gunstig uit, dat is
duidelijk: de afgelopen zomer verbruikten
we op ons zeiljacht-met-kajuit maar 40
liter benzine in de hu'pmotor, bij 320 uren
varen onder zeil en motor.
Resultaten van een luchtfoto-expeditie, deze
zomer: ook op een stralende zomerdag
ligt in de jachthavens driekwart van de
zeil- en motorboten afgemeerd. Enerzijds
is dat bijzonder prettig voor hen, die dan
wèl gaan varen, want de meren en de an
dere wateren zijn dan niet overbelast met
plezierschepen. Anderzijds vragen we ons af
of er voor velen niet méér te halen is uit
de niet geringe investeer-, liggeld- en on
derhoudskosten van vandaag-de-dag. Voor
de meesten telt het werkjaar tussen de
200 en 250 werkdagen, en van de resterende
165 tot 115 dagen valt er natuurlijk de
helft of een-derde af door de late herfst,
de winter en het koude voorjaar.
Er blijven dus tussen 60 en 100 dagen
over waarop gevaren kan worden, maar
door de meesten niet of nauwelijks gevaren
wordt. Wie in Nederland 200 vaaruren
ner jaar maakt zit al boven het gemiddelde
van de pleziervaart! Komt er steeds minder
vaar-animo? Worden steeds meer zeil- en
motorkruisers aangeschaft als „tweede huis"
in Zeeland, als „social centre", als geld
belegging? Is de pleziervaarder niet van plan
uit te varen bij iets minder goed weer?
Blijft men afgemeerd wegens de drukte op
de vaarwateren? Heeft men zich een te
grote boot aangeschaft die hulp vereist van
de kinderen of van een „crew" die niet
mee kan? Zijn de motorbrandstofkosten te
hoog geworden? Zijn er teveel jachtbezitters
met te weinig bevarenheid? Schuwt men
de verantwoordelijkheid op het water? Zijn
er teveel andere afleidingen en bezigheden,
andere vakanties, andere sport- en spel-
aktiviteiten?
De motorsailer: comfort en zeilstilte.
Men leest in de watersportbladen en in
de kranten alsmaar over zeilreizen rond-
de-wereld, over zeilraces en zeiloverwinnin-
gen mogelijk gemaakt door de jachtbouw-
technologie. Met name bij de zeilkruisers
ts er een duidelijke tendens naar meer
snelheid en zeilrendement, naar steeds ho
gere en smallere tuigages met enorme voor
zeilen die zonder bemanning niet te be
dienen of te verwisselen zijn. Velen wensen
ook op hun zeiljacht topprestaties door
trapeze-uithangen, enorme spinnakers en ge-
nuafokken, heel diepe en smalle ballast-
kielen, windvaanstuurinrichtingen, elektro
nische navigatiehulp en dergelijke. Voor deze
boten en accessoires is er een duidelijke
markt, gedeeltelijk gebaseerd op overwin
ningen, punten prestaties, elkaar de loef
afsteken, records breken.
Het vaarpubliek wordt in de geest „be
sproken" als een tape of grammofoonplaat
met snelheids- en recordsdrang. sensatie-
lust, overwinningen op anderen, toppresta
ties op alle sportgebieden, ook in de water
sport. Zie de sportjournaals, geheel afge-
Haast u niet aan boord.
En zo zijn er nog wel meer vragen, we
zullen daarover eens wat filosoferen.
Inderdaad is er grote drukte bij bruggen
en sluizen in juli en augustus; maar men
is toch buiten, op eigen boot, op gezond
Leer uw boot beter kennen door inten
siever gebruik van deze, ook bij iets minder
mooi weer: de ervaring komt vanzelf zowel
door alleen-varen als met een vrijwel steeds
beschikbaar „hulpje" op een grote boot.
Begin verder het seizoen zo vroeg mogelijk
neem nu alvast de maatregelen daarvoor
wegens stalling, hellingbeurt, motorrevisie,
etc. en laat het seizoen langer duren
in 1979.
25