Idee „boeren wandelkaart" vindt weerklank Wordt Zeeland's landschap bedolven onder 'mastbos'? Tekst: Joris van Hoedekenskerke Foto: Johan Berrevoets. „Zeeland, land van zee en land en wijdse wolkenluchten boven strakke pol ders. De dorpen zijn er omzoomd met kransen van liefelijk groen geboomte. Al waren zij biddend, zo heffen de populieren hun takken naar omhoog. Vrome bomen zijn het, deze wachters op de dijken't JaDit Zee land, zoals het zo menig maal bijna devoot werd beschreven, bestaat nog hier en daar. Maar het heeft er soms van weg alsof „dat zoete Zeeuwse landschap" bron van vreugde voor velen anderen ergernis geeft. „Dat landelijke gedoe" zegt die anderen kennelijk niets. Ze beschouwen liefde voor natuur en land schap als een hinderpaal op de „weg naar ontwikkeling en vooruitgang". En het zijn beslist niet altijd voortvarende „bestuurders" en „deskundige ambtenaren", of „Hollandse industriëlen" en „multi nationals" die graag „de ridders van zaag en bulldozer" de gelegenheid geven in het landschap huis te houden. Ook de eigen Zeeuwse bevolking toont soms een grof ge brek aan eerbied voor het streekeigene van het Zeeuwse land. Het „voorbeeld" van de ontluisterde Boomdijk in Hansweert is helaas maar al te sprekend. De gemeente Reimerswaal en het water schap „De Brede Watering van Zuid-Beve land" wilden die oude dijk, die mede het karakter van Hansweert bepaalde, weg hebben. Waterstaatkundig zou die dijk een gevaar (kunnen) zijn. De grond van het dijklichaam kon goed gebruikt worden om de Westerscheldedijk mee pp te hogen, en de toegang voor het verkeer tot het cen trum van Hansweert kon worden „verbe terd" door het afgraven van de dijk. In deze verlichte democratische tijd is inspraak het grote mode-woord: „De be volking mag haar zegje zeggen", heet het dan. Dat heeft de Hansweertse bevol king tot haar grote schande dan ook gedaan. Zij „gebruikte" (of misbruikte?) de gelegen heid tot meepraten over het lot van de Boomdijk om er aan mee te werken deze fraaie dijk (we moeten nu schrijven: „wij len" deze fraaie dijk) letterlijk van de aard bodem te doen wegvagen. De van haar inspraak-recht gebruik ma kende bewoners van Hansweert hadden „krachtige" argumenten: „Die bomen ne men 's zomers het licht maar weg met hun bladeren. En die bladeren geven 's winters maar een boel troep, die je maar weer weg moet vegenDe heren be- stuurderen zullen wel geglunderd hebben bij het vernemen van deze hoogst-intelli- gente opmerkingen, en die opmerkingen „als steun uit de kringen van de bevolking aan onze plannen" hebben uitgelegd. „Bestuurderen" die zulke plannen maken en laten uitvoeren, en „Zeeuwen", die zulke plannen steunen (omdat ze dan 's winters geen bladeren meer hebben te vegen) moes ten voor straf eens een jaar naar de Rand stad Holland of een andere grootsteedse concentratie worden verbannen, om daar volop van beton, asfalt en stank te kunnen genieten. Waarom verhuist niet ieder, die de pest heeft aan de dijken en bomen van Zeeland naar Den Haag, Rotterdam of Amsterdam? Als men dat niet wil, laat men dan met z'n tengels van ons typische landschap afblijven. Of alleen daar dan wijzigingen in aanbrengen als het echt niet anders kan. Helaas, bomen en dijk van de Boomdijk te Hansweert bestaan niet meer. De bewoners van Hansweert kunnen straks met volle teugen de uitlaatgassen van de auto's op snuiven, die via een „verbeterde verkeers situatie" het dorp met een aardig gangetje kunnen binnen rijden. Wie nog niet zo heel lang geleden vanuit Bergen op Zoom met de trein Zee land binnenreed, zag even nadat het station verlaten was aan zijn rechterkant de machtige Oosterschelde. Als de trein de bocht had genomen en de Kreekrakdam richting Rilland-Bath op reed, kon men vanuit het rechterraam van de trein aan de overkant van de Oosterschelde „Bergen's silhouet" langzaam zien „wegdraaien", ter- wiil iets verder westwaarts de torentjes van het eiland Tholen opdoemden. Een heerlijk vergezicht! Typisch voor Zeeland! „Vooruitgang en ontwikkeling" hebben echter letterlijk een stokje gestoken voor de mogelijkheid om nog langer van dit vergezicht te genieten. Het zijn vele „stok jes", die enorme masten van het (nieuwe) 380 KV-hoogspanningnet, dat vanuit West- Brabant via de Oosterschelde Zeeland aan vreet, om dan via de smalle hals van Zuid- Beveland waar al een bovengrondse hoog spanningsleiding het landschap ontsiert, naar de Zak van Zuid-Beveland en zo naar het Sloe te trekken. Weg is de heerlijk-ruime entree van Midden-Zeeland, nu geblokkeerd door een wand van staal-skeletten in de Ooster schelde. Als akelige geraamtes zijn ze uit grond en water gerezen, die hoogspannings masten, om zich tergend langzaam maar zeker te verheffen op hun al even lelijke betonnen voeten. Je vraagt je soms af of één of andere cynicus er zijn behagen in heeft gehad de plaats van die masten zo te „plannen", dat ze altijd net het uit zicht op een mooie boerderij of een aardig groepje bomen bederven. We zijn ons er terdege van bewust, dat men in 1978 niet meer zonder elektrische energie leven kan; althans, dat denken weWe weten ook dat ondergrondse hoogspanningleidingen niet alleen veel duur der zijn, maar ook zo hun problemen voor landschap, landbouw en bodemgesteldheid met zich meebrengen. Het zal wel niet mogelijk zijn goede inter-provinciale energie- netten op te bouwen zonder die afschu welijke stalen skeletten in het vlakke pol derland. Maar daarom hoeven we die din gen toch niet mooi te vinden? En daarom zijn we zo vrij te hopen, dat Zeeland voorlopig verder verschoond blijft van al dit technische getover! Eén troost is er: Zeeuws-Vlaanderen schijnt niet in aanmerking te komen voor vestiging van het zenderpark voor Radio Nederland Wereldomroep. Dat zijn dan in ieder geval een paar masten in onze polders minder. Heel wat Zeeuwsvlamingen zullen nu opgeluchter ademen. We zullen nu maar hopen dat de be tonnen toren voor een centraal radarstation nodig voor de beloodsing van de scheep vaart op de Westerschelde geen al te groot obstakel aan de Zeeuwse horizon zal worden. De noodzaak van zo'n toren kan echter moeilijk worden ontkend. 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1978 | | pagina 23