Waar blijven de bootvissers rond de Oosterschelde? mannen met hun invallen en rooftochten begonnen langs de kusten van Gallië. Reeds toen hielden de Frankische vorsten er reke ning mede dat de komst van deze onwel kome bezoekers voor de kusten der lage landen binnen afzienbare tijd verwacht mocht worden. Dat in het bijzonder Wal cheren voor hen een belangrijk doelwit zou vormen lag voor de hand, immers, de aanwezigheid van het handelscentrum en het feit dat Walcheren koningsgoed was, betekenden kansen op een rijke buit. Teneinde zich beter tegen hun mogelijke aanvallen te kunnen verdedigen, werd op last van de Vlaamse graven in de Vlaams- Zeeuwse kuststreek een gordel van zoge naamde burgen aangelegd, waarvan er drie op Walcheren werden gcprojekteerd. Aan de eerste burg die op Walcheren werd aan gelegd, ontleent Domburg zijn naam. Zui delijk ervan ontstond nadien de Zuidburg (Souburg), terwijl de derde burg tussen beide eerstgenoemde burgen in werd ge legd en zodoende de Middelburg werd ge noemd. De burgen hadden een ronde vorm en werden beschermd door een brede gracht waarlangs een wal was aangelegd. Eén of meerdere schermen van palissaden dienden als extra weerstand tegen vijandelijke aan vallen. Zodra er gevaar dreigde, trokken de bewoners van naburige nederzettingen zich binnen de burg terug. Daar woonden ze dan tijdelijk in primitieve hutten, samen gesteld van palen, rijshout en zoden, tot het gevaar was geweken. Dat keizer Lodewijk de Vrome een aanval van de Noormannen op het handelscentrum en de rest van Walcheren had voorzien, blijkt mede uit het feit dat hij er in het voorjaar van 837 bovendien een bewakings garnizoen naar toe zond. Kort daarop was het zover. We kunnen ons indenken dat de kustbewoners met ontzetting hun sche pen aan de kim zagen verschijnen. Ze moeten ergens massaal aan de Walcherse kust zijn geland. Hoeveel strijders ze er ontscheepten is door gebrek aan nadere gegevens onbekend. Naar alle waarschijn lijkheid waren ze talrijk en goed uitgerust. Op 15 juni 837 werd de keizerlijke leger macht tijdens een bloedig treffen door de Noormannen verslagen, waarbij ook de Frankische graaf Eggihart sneuvelde. Het karolingische handelscentrum werd daarna uitgemoord en leeggeroofd. Of de toen aan wezige burg aan de gevluchte bevolking voldoende veiligheid heeft geboden vertelt de historie niet, maar is op zijn minst twijfelachtig. In 841 vestigde de Noormannenhoofdman Harald zich met zijn volgelingen opnieuw op Walcheren. Niet alleen door zijn alge hele verwoesting in 837, maar mede door andere ongunstige faktoren van ekonomi- sche en natuurlijke aard, schijnt het belang van het handelscentrum in de loop van de negende eeuw sterk te zijn afgenomen. De verondieping en verlanding van het kreken stelsel op het eiland, waardoor de scheep vaart werd gehinderd, werkte deze afta keling nog verder in de hand. Als gevolg daarvan werd het eiland zelf wel steeds beter bewoonbaar. Aan de oever van de Arne, onder bescherming van de gelijk namige burg, kwam tenslotte de portus Middelburg tot ontwikkeling. De rol van Domburg als knooppunt in de Frankische overzeese handel, was toen uitgespeeld. Zijn huizen en alle andere zaken die eens deel uitmaakten van zijn bedrijvigheid en zijn bestaan, verdwenen langzaam maar zeker onder het zich voortdurend landin waarts verplaatsende duinlandschap. Toen de middeleeuwen al nagenoeg an derhalve eeuw waren verstreken, werden, zoals hiervoor al werd vermeld, aan de strandzijde achtereenvolgens de resten zicht baar van de Romeinse, de Merovingische en de Karolingische vestigingsplaatsen. Een deel ervan bleef bij lage ebstanden nog tot omstreeks het jaar 1867 zichtbaar. Door afslag van de laagwaterlijn verdwenen ten slotte hun resten in dezelfde volgorde voorgoed onder de waterspiegel van de Noordzee. J. P. van den Broecke. (Wordt vervolgd). Door Cor van Heugten. De Stuurgroep Oosterschelde gaat een uitvoerige studie maken over de meest ge wenste inrichting van de toekomstige Oos terschelde. Een speciale coördinatiegroep gaat alle objekten en bouwplannen bekijken, die o.a. op het gebied van de recreatie rond de Oosterschelde-boorden zullen wor den ingediend. Het komende jaar komt een eerste faseplan gereed, waarin de glo bale ruimtelijke structuur voor de funktie van de Oosterschelde zal worden aangege ven. De opzet van deze studie is natuurlijk na te gaan dat er schadelijke ontwikke lingen voor het mooie Oosterschelde-milieu worden voorkomen. Er zijn rond de Greve- lingen en het Veerse Meer fouten gemaakt, die men elders in Zeeland niet herhaald wil zien. Op zich is een goede bewaking van de Oosterschelde dus een verstandige en goede bestuurlijke zaak. De ellende is alleen, dat de sportvissers, die om trailerhellingen en bootvishavens zitten te schreeuwen, hier de dupe van dreigen te worden. Er zijn op diverse punten langs de Oosterschelde plan nen voor uitvalbases voor de bootvissers. Een snelle realisering van diverse plannen zou een einde kunnen maken aan het on gecontroleerd te water laten van de boten. De stuurgroep Oosterschelde zou er dus goed aan doen deze sportvishavenplannen bij voorrang te bekijken. Er kan een einde gemaakt worden aan wilde ontwikkelingen, die soms mensenlevens kosten. De bootvissers zijn bang, dat ze op deze wijze in een ambtelijke molen komen, die vele jaren vertraging gaat opleveren. De aanleg van een boottrailerhelling in Kerk- werve bij de Flauwershaven is bijvoorbeeld een zaak, die een einde aan een chaos ter plekke kan maken. Het valt te hopen, dat de inrichters van de Oosterschelde begrip voor de groei ende nood van de bootvissers zullen kunnen opbrengen. Overigens zouden de ministers van land bouw en CRM eens met de provinciale be sturen van Zeeland en Brabant kunnen be kijken of er wat gelden voor deze sociale recreatie in de openlucht te vinden zijn. Het meest sympathieke departement CRM moet voorkomen, dat ze zich de protesten van 2 miljoen sportvissers op de hals haalt. Misschien is de nieuwe bewindsvrouwe wat verstandiger en objectiever dan som mige radicale ambtenaren van dit minis terie, die met een plank voor hun hoofd lopen en niet tot een eerlijke belangen afweging kunnen komen. OPLOSSING MAART-NUMMER Horizontaal: 3. vedel - 6. lichtboeien - 10. nonstop 11. kloeken - 14. lente - 15. lariekoek 16. ontdoen - 17. overweg - 19. buffet 20. dotje - 22. blikslager - 24. Assen 26. abelen - 27. spiekers. Verticaal: 1. binnenstebuiten - 2. melkbrood - 3. ver overend - 4. en - 5. esje - 7. hittegolf 8. bepalen - 9. knalpot - 12. koolwitjes 13. nok - 18. gieren - 21. gewei - 22. blad 23. stel - 24. ark - 25. els. 15

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1978 | | pagina 15