Kor en bot Wie de gelukkige bezitter van een bootje is zou ik aan willen raden om eens met een dobber de randen van de 1,5 meterlijn af te vissen of een keer de wiervelden te proberen. Het is bekend, dat deze wier- velden veel paling bevatten. Schuiflood en dergelijke verdwijnen tussen dit groen en worden dan aan het zicht onttrokken. Ook een hele mooie visserij van vooral uit een bootje is het gebruik van lichte hengels met max. 25/100 mm nylon en zo licht mogelijk lood. Na het inwerpen laten we de lijn gewoon slap liggen en we houden dan de neerhangende boog van de lijn in de gaten. Het is dan wel raadzaam om een netje bij de hand te hebben om zware vissen te scheppen. Deze manier van vissen is alleen mogelijk bij een schone bodem, maar Iaat wel zien dat een paling ook een echte sportvis kan zijn. Eén van de beste aassoorten voor het Veerse Meer is de zeepier of leegloper en het is een makkelijk te verkrijgen aas. Dit is tevens een aassoort die in dit meer van nature in grote hoeveelheden voorkomt. In het voorjaar hebben we nog een aassoort dat er enkele weken is te vinden en goede resultaten kan boeken; dat is de rietmade. Dit is een rupsje, dat in sommige rietstengels voorkomt en in combinatie met kleine haakjes gevist wordt. Het is aan de rietstengel te zien als er een inzit of ge zeten heeft. Het puntje is iets dor en er zit een klein rond gaatje in de stengel. Het is echter wel een hele poos zoeken om een redelijke hoeveelheid van dit aas te vinden. Mocht u al naar dit aas gaan zoeken, loop dan niet als een olifant door dit riet, maar beschadig zo min mogelijk van dit gewas. Het vissen met schuiflood doen we het beste in combinatie met een waker. Eén en ander is in figuur 3 getracht te tekenen. De schuifloodmontage kunnen we met twee haken doen zoals in figuur 1 is aangegeven. De bovenste afhouder kan een metalen of een nylonafhouder zijn. Gebruiken we een visje of stukje vis als aas, dan komt alleen het schuiflood met één haak in aanmerking. De paling durft met een visje wel eens eerst een meter of tien weg te lopen voor hij het gaat slikken. Denk er wel om, dat we bij gebruik van een visje of stukje vis de juiste vergunning hebben en maar met één hengel mogen vissen. Het model schuiflood dat ik gebruik is eivormig; dit voldoet mij het beste, omdat er zo min mogelijk groen aan blijft hangen. Bij gebruik van wakers er altijd op letten, dat de hengel zo horizontaal mogelijk ligt en de top van de hengel richting aas wijst. Vissen we aan zee op paling, dan kunnen we met het gewone paternoster-systeem terecht. Ik gebruik altijd maar twee haken en maak de onderlijn dan als volgt. Lood onderaan, hierboven op 30 cm een zijlijntje met haak no. 6 of 7; 70 tot 100 cm hoger de tweede zijlijn en 20 30 cm hoger het lusje voor het warteltje. Zijlijntjes kunnen van metaal of dik nylon gemaakt worden. Aan zee kunnen we gewoon op de top van de hengel vissen, door stroming heeft de vis lang niet zoveel tijd om de hap te bekijken. Hier geldt eerst pakken en dan bekijken. Zoals bekend geacht mag worden, is het nachtvissen op zee toege staan en deze nachtelijke uren zijn dan ook verweg de beste tijden. Wanneer er veel wind is en het water is erg vuil en vermengd met zand en slik zijn ze ook wel overdag te vangen. De paling moeten we vooral zoeken op de slikken of kleibanken, maar bovenal op en bij mossel- en schelpbanken. Plaatsen waar nog niet lang geleden ge baggerd is, zijn ook verhoogde trekpleisters. Zorg er altijd voor een goede doek en een degelijk net te hebben om de vis in te bewaren. Paling heeft maar een erg klein gaatje nodig om te ontsnappen. Is de paling op de wal gehaald, probeer dan zo snel mogelijk het loodje te pakken en houdt de lijn dan strak gespannen en laat de paling dan aan de lijn hangen. Dit kan het in de war raken van de lijnen voorkomen (voorzover dat al niet was gebeurd). Houdt altijd een reservelijn bij de hand voor het geval er toch nog een paling was die de boel hopeloos in de knoop geholpen heeft. Dit maakt het mogelijk gewoon door te vissen. Dat uit elkaar prutsen van dat lijntje kunnen we dan doen terwijl we vissen. Paling is een hoog gewaardeerde vis in deze streken en wordt dan ook gebakken, gestoofd of gerookt als een lekkernij be keken. We kunnen het ons hier moeilijk voorstellen, maar er zijn landen waar de paling niet of bijna niet gegeten wordt. Zorg er bij het villen van de paling voor dat we geen bloed in de ogen krijgen, want dit kan erg pijnlijk zijn. Het gebruik van een nijptang of bankschroef is beslist niet nodig. Doe het eens als volgt en er zijn geen problemen. Leg op het aanrecht een dikke krant neer en scheur een aantal reepjes af en leg die zo neer, dat we zo voor het pakken hebben. Leg nu een paling op de zij op de krant en hij zal meestal blijven liggen. Leg nu een reepje papier over de vis en zo houden we hem tegen het aanrecht gedrukt. Vervolgens snijden we met een scherp mes de buik open van de aars tot de kop en nog een stukje van 3 cm vanaf de aars richting staart. Ingewanden er uit en leg de vis op de rug. Zet het mes achter de kop en nu drukken, niet snijden, anders wordt het vel stuk gesneden en dat mag niet. Pak nu de kop tussen duim en wijsvinger (vis op de buik) en trek de kop achterover, terwijl we met het mes langs het vel gaan en de rest van de vis met het mes vasthouden door het tegen het aanrecht te drukken. Zo is het erg simpel om het vel te verwijderen. Hebben we veel paling en wordt de krant te vuil, dan slaan we gewoon een blad van de krant om en beginnen weer met een schoon blad. Hopende bij deze nog weer een paar handige tips aan de hand gedaan te hebben, verblijf ik met de wens tot een goede vangst. Tekst: Liesbeth de Jonge, Zierikzee. Foto's: C. Kloet, Zierikzee. Ook dit jaar werd er weer een Kor- Bottocht gehouden. Geleerden uit verschil lende gewesten kwamen op 20 augustus jongstleden naar Zierikzee voor dit, onder tussen traditionele, zo vaak beschreven ge beuren: het bodemonderzoek van de Zeeuwse wateren. De manier waarop dit onderzoek plaats vindt, maakt Kor en Bot bijzonder. Er wordt namelijk gevist met een mossel- kotter, en wel de „Wilhelmina" Z.z. 8, van de gebroeders Schot te Zierikzee. Reeds 26 jaar lang stellen zij hun schip één dag per jaar beschikbaar voor de we tenschap, en vaart de Z.z. 8 uit op vangst naar het verleden, in plaats van naar vis. De naam „Kor en Bot" werd pas na de tiende tocht gelanceerd (Kor; de naam van het visnet, en bot; hetgeen men hoopt te vangen). De netten worden aan beide Kleine „lezingen" betreffende de vondsten zijn niet van de lucht. 28

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1977 | | pagina 28