Geep in zicht? Neem eens de moeite
om ze te vangen
goede verbinding via rijksweg 258 zo dichtbij
Het heeft er soms van weg, dat er een
paar „plannenmakers" in deze provincie
rondstappen, wier grootste „vijand" de ei
genheid van Zeeland en daarmee ook het
Zeeuwse landschap is. Hopelijk worden de
autoriteiten net als de Goese wethouder
in dit geval meer en meer op hun hoede
voor die „plannenmakers".
Ook West-Zeeuws-Vlaanderen hoort tot
het „eigen Zeeuwse land". Ook daar dreigen
de „eigentijdse gevaren". Radio Nederland
Wereldomroep heeft het oog laten vallen
oo het gebied bij Oostburg voor eventuele
vestiging van een zenderpark, waarvoor
minstens 20, en hoogstens 100 hectare land
nodig zal zijn.
En dat binnen vier en vijf jaar na nu.
Het is om je hart vast te houden, als je
denkt aan al die zendmasten daar in het
vlakke land. Maar misschien drijft deze
bui nog over
In ons vorig nummer meenden we de
waterschappen, meer in het bijzonder de
Brede Watering van Zuid-Beveland op de
korrel te moeten nemen. We schreven dat
lieden, wier bezit in geld uitgedrukt te
klein was om stemrecht bij het waterschap
te verkrijgen, niet welkom waren op de
districtsvergaderingen.
Maar toen Zeeland Magazine net van
de persen was gerold, lazen we in een
advertentie van dat waterschap, dat op
districtsvergaderingen nu ook niet-stem-
bevoegden welkom zijn. Dat is te waar
deren. Maar het enige wat ze mogen zeggen
in feite is „dank-je-wel" voor het kopje
thee, dat hun wel in alle vriendelijkheid
zal worden aangeboden. Bevoegdheden heb
ben ze niet, of het moest zijn, dat ze
worden aangeslagen in de waterverontrei
nigingsheffing. Dan kunnen ze meehelpen
hoofdingelanden speciaal voor de anti-wa
terverontreiniging te kiezen.
Voor verdere waterschapszaken mag men
dan wel als luisteraar de vergadering be
zoeken, bij stemming is het „zwijgen" ge
blazen, ook al betaalt men „geschot". En
met alle kritiek op overdreven inspraak
verlangens: Die „zwijgplicht" vinden we hier
uit de tijd.
Dijkgraaf Geluk van het waterschap
Schouwen-Duiveland ziet niets in een sa
mengaan van de Zeeuwse waterschappen
met de Hollandse in één grote, geconcen
treerde waterschapskring. „De toestanden
in Zeeland zijn anders, dan in de Hollan
den. we moeten niet aan de leiband van
Holland gaan lopen," vindt hij.
Een „gelukkige" uitspraak van deze dijk
graaf waarmee we het roerend eens zijn:
In Zeeland met zijn brede, al dan niet
afgesloten zee-armen, zijn duinen en kilo
meters lange zeedijken, spelen andere pro
blemen dan rondom de Hollandse polder
sloten en binnenvaarten. Bij verdere water
schapsconcentratie zou Zeeland best zijn
„eigen" waterschapsboontjes kunnen doppen.
Joris van Hoedekenskerke.
Op de scheiding van de maanden april
en mei kunnen we elke dag de komst van
de geep weer verwachten.
De geep komt dan in grote getale aan
in onze kustwateren om zich voort te kun
nen planten. Tengevolge van deze gebeur
tenis is de concentratie van deze vissoort
in het begin van het seizoen dan ook
behoorlijk groot.
Het geepseizoen loopt van eind april/
begin mei tot eind september. In de maan
den juli, augustus en september zijn de
vissen veel meer verspreid en dan wil het
nogal eens voorkomen dat er voornamelijk
de kleinere exemplaren gevangen worden.
Eerst zullen we de vissoort op zich eens
nader bekijken.
Het is een lange smalle zilverkleurige
vis, die een ietsje plat is. Als we hem
door zouden snijden, zouden we een recht
hoek zien met ronde hoeken.
De bek is de meest vreemde vorm, die
we aan onze kust kunnen vinden. Deze bek
lijkt heel veel op een vogelsnavel, maar
dan bezaaid met kleine scherpe tandjes. De
onderkaak steekt een eindje uit, vergeleken
met de bovenkaak.
De vis heeft allemaal heel kleine schub
betjes, die er groenachtig uitzien wanneer
we ze op de hand of hengel hebben zitten.
De geep heeft wat meer graten dan een
paling en ze zijn van een groene kleur.
Het vlees is goed van smaak, echter wel
een beetje droog.
Als sportvis, maar zeker op de tafel, is
deze vissoort erg gezien, vooral bij onze
zuiderburen. De maximale lengte wordt
ongeveer 90 cm bij een gewicht van onge
veer l1/? pond.
Geep aast op zijn gezichtsvermogen en
leeft hoofdzakelijk dicht aan de oppervlakte.
Dit houdt in, dat de geep met behulp van
een dobber bevist dient te worden.
De meest gebruikte dobber is de stabilo-
dobber van Iwan Garay of de Buldo Fusee.
Ook worden vaak allerlei varianten hiervan
gebruikt, wat dan meestal eigen creaties
van de vissers zelf zijn.
Er worden ook nogal eens rubberballen
of gewone Buldo's gebruikt, dit zijn on
dingen als het mooi stil weer is. Deze
drijvers maken veel te veel lawaai als ze
in het water komen. Voor de Buldo Fusee
wil ik nog even waarschuwen deze voor
zichtig te behandelen, omdat een harde
aanraking met de stenen deze dobber nog
wel eens lek durft te raken.
De hoofdlijn wordt boven aan de dobber
bevestigd, zie fig. 1 voor manier bevestiging.
Tevens wordt de onderlijn hier ook beves
tigd. Deze onderlijn dient ongeveer 1.50
meter lang te zijn en er mag geen verzwa
ring aan zitten, zodat de lijn vrij kan
dwarrelen. Als haak gebruiken we een
kleine, maar vooral een scherpe haak.
Bij stil weer zou ik een zo licht moge
lijke dobber gebruiken, b.v. 30 gram, maar
27