Kees Boudelmg van „Inter Scaldis" te Kruiningen:
„Iedereen mag bij mij komen eten, of hij nu een hoge hoed
of een coltrui draagt
de Engelse kerk in de Zeeuwse hoofdstad.
Het orgel van de Baarlandse kerk is
evenals dat van Meliskerke eigenlijk een
groot huisorgel, stammend uit 1786. Daarop
is Stoffel Gunst te horen in werken van
twee Zuidnederlanders: de Gavotto in D-
groot van Josef Hector Fiocco en van
Mathias van den Gheyn de Fuga in g-klein.
De wat primitieve klank van dit orgel doet
bij het rustige spel van Gunst toch wel
dadig aan.
Hoewel de dispositie van het orgel van
de Lutherse kerk in Middelburg, gebouwd
in 1706, voor een kerkorgel niet al te groot
is (hoofdwerk 9 en rugwerk 8) weet Stoffel
Gunst de vijf variaties over psalm 6 van
de Hollander Anthonie van Noordt (over
leden 1675) op zijn bezadigde wijze in ju
weeltjes van registratie om te zetten.
Deze LP is om verschillende redenen een
kostelijke orgelplaat, ook al, omdat er zo
wel op de hoes als in de speciaal bijge
sloten „orgelbrief" een schat van informatie
over organisten, componisten en instrumen
ten staat.
Deze unieke Zeeuwse orgelplaat is nog
steeds verkrijgbaar bij de thesaurier van
het Zeeuws Genootschap, de heer Wagen
voort in Middelburg en bij de platenhandel.
De produktie van deze LP uit Zeeland was
in handen van Siegro Studio's Rotterdam,
opnameleider Koos Groeneveld.
Deze plaat mag bij geen Zeeuws muziek
liefhebber ontbreken.
Joris van Hoedekenskerke.
van de Engelsman Boyce en de Noord
nederlander Van Noordt.
De stijl van Gunst is over het algemeen
ook wat bezonkener dan die van Beekman,
die een grote briljance paart aan een vir
tuose speelsheid, soms aan melancholie. Dat
blijkt uit zijn spel op het heerlijk klinkende
orgeltje van Meliskerke; in feite een uit
het midden van 1700 stammend huisorgel.
Beekman vertolkt er een suite van de
18-eeuwse Middelburge Pieter Bustijn, de
tweede suite in D-groot. De vier delen zijn
genoemd naar oude dansen. Zijn technische
overgangen van pijp- naar tongwerken op
het slechts 8 disposities tellende instrument,
evenals zijn ritmische interpretatie die wel
„licht" is, maar nimmer „luchthartig" wordt,
zijn voor de orgelliefhebber een bron van
muzikaal genoegen.
Het orgel uit de Oostkerk, daterend van
eind 1700, heeft ondanks aanpassing aan
de Noordnederlandse trant toch zijn „zui
delijke aard" het werd door de Vlamingen
Johannes en. Petrus de Rijckere gebouwd
niet verloochend.
Bram Beekman.
te Baarland en de Lutherse Kerk te Middel
burg. Er is niet alleen sprake van variatie
in instrumenten, er is ook duidelijk ver
scheidenheid in artiesten en opvattingen.
Bram Beekman doet zich hier kennen
als een geestdriftig beoefenaar van de
„Francophiele" orgelkunst. Stoffel Gunst zou
men min of meer de „vertegenwoordiger
van het Noorden" kunnen noemen met werk
Beekman toont alle mogelijkheden, die
de omvangrijke dispositie van dit orgel
biedt in de twaalfdelige „Suite du huitième
ton" van de 17-eeuwse Zuidnederlander
Lambert Chaumont, een componist sterk
onder Franse invloed.
Stoffel Gunst vertolkt een waardige en
plechtige „Voluntary" no. 1 in D-groot van
de Engelsman William Boyce (17101779)
op het orgel van hoe kan het ook anders
Avondje uit in Zeeland
We hadden een „paar cent" overgehouden. Een toestand, die niet veel voor
komt. Joris' vrouw Beatrijs wierp in één slag alle zorgen van zich af en be
sliste: „We gaan ergens eten!", welk besluit uiteraard grote instemming
kreeg van schrijver dezes.
„Ergens eten" in Zeeland: Het water loopt je al uit de mond als je denkt
aan établissementen als „De Campveerse Toren" (wat een uitzicht, wat een
mossels!), „Kamperduin" (leuk daar bij die duintjes en prima paling), „Resto
Vrouwenpolder" (bij een wijds Veerse Meer, een lekkere salade), „Bistro Katse-
veer" (nog net aan de Zandkreek, met voortreffelijke lamsbout). Of toch in
het oude Veere (bij het „Waepen van Veere", waar ze ook weten wat koken
is?) „Mondragon" in Zierikzee (prettig-deftige sfeer en toch goede plate-service),
„Delta Marina" in Kortgene (koel pilsje bij een fraaie platvis). Of een lekker
tongetje in „De Boei" bij de Wolphaartsdijkse jachthavens? Maar daar ligt ook
de Rötisserie 't Veerhuis, waar „waterzooi" de specialiteit is.
Met zoveel goede eet-mogelijkheden wordt
de beslissing moeilijk. Maar we kwamen er
uit: De kaart van Zeeland opengevouwen,
de ogen dicht, met een speld ergens ge
prikt, en waar de prik uitkwam, daar gaan
we onze honger stillen!
Het aldus getarte lot weesKruiningen
aan. „Dan met de auto over de binnen
wegen er heen," vonden we. We belandden
op de Zandweg, dankzij borden, die naar
Rötisserie „Inter Scaldis" wezen.
Hoe zou het zijn in dit établissement,
dat zich in fraai Latijn „Tussen de Schelden"
noemt? Het bleek een stijlvolle villa uit
de 30-er jaren met rieten dak.
Kees Boudeling telg uit een oud Zeeuws
geslacht van Zuidfranse komaf, maar met
Zeeuws-noordelijke degelijkheid vertelde
ons later dat een dierenarts het aantrek
kelijke pand in 1930 als woonhuis had
laten neerzetten. De Koninklijke Marechaus
see had er zich tot 1968 in gevestigd, toen
de heer Boudeling „Inter Scaldis" betrok
om er een restaurant in te vestigen.
Rötisserie „Inter Scaldis" aan de
Kruiningse Zandweg.
21