land groeide, in de periode tussen 1949 en 1957, het aandeel van Zeeland slechts 10.800. Van het tiende miljoen was dit aan deel nog 12.700 geweest. De trek uit Zeeland was aanzienlijk groter dan de trek van elders. Voor de opvang van deze geringe bevolkingstoename was er dan ook niet veel te plannen, temeer daar het karakter van Zeeland voorlopig het zelfde bleef: een agrarische provincie waar weinig veranderde. Toch is er al eeuwen geleden in Zeeland aan ruimtelijke planning gedaan, zij het incidenteel en op betrekkelijk kleine schaal. Nadat de polder Borssele in 1517 was geïnundeerd, werd deze in 1616 opnieuw bedijkt, waarna dit gebied in zuiver recht hoekige stukken werd verkaveld. Het dorp Borssele werd zuiver geometrisch aangelegd, met inachtneming van de regels der „Gulden Snede", gebaseerd op het ideaal van de Italiaanse stedebouw uit de 16e eeuw. Ove rigens schreef Simon Stevin omstreeks 1600 een verhandeling over de ideale stad. Dit boek, „Stercktebouwing", werd het hand boek voor de bouwers van versterkte steden uit die tijd. Er waren trouwens wel meer gebeurte nissen waarmee Zeeland ten aanzien van ruimtelijke ordening voorop liep. Het eerste van kracht geworden streekplan in Neder land was een Zeeuws plan: het in 1937 door Gedeputeerde Staten van Zeeland goed gekeurde streekplan voor het kustgebied van Zeeuws-Vlaanderen. De Tweede Wereldoorlog was de oorzaak van veel veranderingen in Zeeland. Geen structurele veranderingen, maar verlies van landschaps- stedeschoon door inundatie en bombardementen. Onder meer werd op 17 mei 1940 de binnenstad van Middelburg gebombardeerd. Al snel werd een weder- opbouwplan opgesteld, met inachtneming van het historisch karakter van de stad, dat wil zeggen met handhaving van het oude stratenplan (op een enkele uitzon dering na). Er waren meer steden en dorpen die onder het oorlogsgeweld hadden geleden. Reeds tijdens de bezettingsjaren en in de jaren daarna behoorde het maken van plannen tot herstel van deze schade tot de eerste taken van de ruimtelijke planners. Inmiddels was tijdens de oorlog van rijks wege verordonneerd bij een decreet van de secretaris-generaal van het departement van binnenlandse zaken dat er per pro vincie een provinciale planologische dienst ingesteld diende te worden ten behoeve van de coördinatie van de planologische maat regelen binnen dit gebied. Een en ander zou met ingang van december 1942 moeten geschieden. Eerst op 1 december 1943 ging de PPD voor Zeeland van start, nadat de nadere voorschriften betreffende de taak en bevoegdheden van de Raad van Bijstand, de Vaste Commissie en andere commissies en van het bureau in oktober 1943 waren vastgesteld. Vermeldenswaard is, dat de uit 92 personen bestaande Raad van Bijstand nimmer bijeen is geweest, de Vaste Com missie heeft in oorlogstijd slechts éénmaal vergaderd. De uit strategisch oogpunt noodzakelijke inundatie van Walcheren aan het eind van de oorlog, deed het eiland geschonden uit de strijd komen. Het „Luctor et emergo", devies van Zeeland, diende nu te worden waargemaakt. En het wérd waargemaakt. Door het provinciaal bestuur werd een commissie ingesteld met als opdracht „in een tijdsverloop van ongeveer acht maanden een plan op te stellen dat als grondslag zou kunnen dienen voor de herverkaveling in het geïnundeerde gedeelte van Walcheren, het herstel van het landschap en de recreatie-mogelijkheden, alsmede voor de een sterke expansie plaats van zeehaven terreinen in de Delta. Begrijpelijk dat in Nederland, kaalgeplukt uit de oorlog te voorschijn gekomen, tot aan het eind van de vijftiger jaren weinig of geen kritische normen werden aangelegd wanneer het de vestiging van een nieuwe, welvaartsstimu- lerende activiteit betrof. Ook ten aanzien van de situering en het gebruik van de ruimte waren de normen in die na-oorlogse tijd zeer soepel. Als het nog eens overgedaan kon worden Zeeland bleef vooreerst echter nog een agrarische provincie met een dalende werk gelegenheid in de landbouw en weinig ver vangende werkgelegenheid. De werkloos ge worden beroepsbevolking, en daarmee ui teraard gehele gezinnen, trokken weg naar elders. De bevolking in deze provincie nam dan ook slechts zeer langzaam toe, en dit alleen als resultaat van een toentertijd nog grote natuurlijke aanwas. Procentueel was de bevolkingstoename in Zeeland veel langzamer dan in de rest van Nederland. Zo was bijvoorbeeld van het elfde miljoen inwoners waarmee ons Omgeving Ovezande. Foto: A. P. Maas. rapport "Bewoninpspatroon" PPD - Zeeland 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1977 | | pagina 9