Zevenduizend jaar
ZEEUWS - VLAANDEREN
door G. van Schaick Zillesen met foto's van de schrijver.
Het regent vanavond. Na een lange fiets
tocht door een prachtig land dat zo anders
is dan de rest van Zeeland, en toch ook
weer niet, zijn we weer thuis. De open
haard brandt, de wijn fonkelt in de glazen;
we praten wat na over het reisje, grissen
een paar boeken van de plank en gaan
lezen over de ongemeen boeiende historie
van dat land. Soms valt er de nadruk
op dat Vlaanderen: die kent men er, de
buurman en de klant. Soms ligt het accent
op dat Zeeuws: de waterschappen, de in
dustrie, de landbouwproblemen, het bestuur.
Maar altijd gaat het ergens toch over de
Zee. Niet iedereen beseft dat Zeeuws-
Vlaanderen ontstaan is uit de zee, uit ei
landen en slikken.
Een flink ver teruggrijpen in de geschie
denis, wat ons betreft naar de Steentijd.
De volgende dag een diktaatje gemaakt en
wat kaartjes getekend. Hier zijn ze.
De Neanderthaler leefde niet in Zeeland
maar verder naar het zuiden en oost, waar
hij woongrotten vond en holen. Waar we nu
de Doggersbank peilen met ons echolood,
lag toen de Noordzee-zuidkust. Er heerste
een poolklimaat en het land was met een
dikke ijslaag bedekt, ongeveer als nu Groen
land. Er zijn hier niettemin rendierjagers
geweest, honderd tot zestig eeuwen voor
Christus. Ze waren hier doortrekkers. 0-
verig Europa kent ze beter dan wij: hun
valkuilen voor de mammoet, hun pijlpunten,
hun schrapers en hun slachtbotten.
Men neemt aan dat de aardas een wat
andere stand innam: het klimaat werd
beter en warmer en het landijs ging smelten.
Het zeewaterpeil bleef alsmaar stijgen, er
vormden zich zandruggen door wind en
stromingen en achter die globale kustlijn
ontstond een veenlandschap: planten, strui
ken, bomen, bos. We stonden op zo'n
zandrug: een flauwe hoogte van Heille
naar St. Kruis lopend, west-oost, en keken
over het vlakke land, toen moeras. Bij
Terneuzen vond men een fossiel bos met
machtig-dikke eiken, berken en taxus: alles
door een storm of stormvloed geveld, 25
tot 20 eeuwen oud (koolstofbepaling geeft
uitsluitsel).
De zee bleef stijgen, brak door de strand-
wal en bedekte de veengebieden met een
laag klei. In een stilstandperiode ging het
water door regen zoeter worden: opnieuw
vorming van veen, het oppervlakteveen: door
afsterven en rotting. Soms weer doorbrekend
zeewater dat bij in- en uitstromen diepe
kreken uitspoelde die later weer door die
zelfde zee met klei en slib werden gevuld.
Zeeuws-Vl. was een krekengebied, vele zijn
er nog! Er vormde zich een nieuwe strand-
wal; er kwamen ondiepten door stroom-
weerstanden; er zette zich zand en slib af,
er ontstonden eilanden. Zeggen de experts:
denk je een afwisseling van zandkoppen,
veengebieden, kreken en wallen in, met
tussenpozen overstroomd en doorstroomd
met slib-aanbrengend zeewater, met breu
ken en doorbraken in de strandwal (de
transgressies).
Er zijn hier uit de Midden-Steentijd (plm.
Aardenburg, de toren van de Sint Bavo.
5500 voor Chr.) sporen van mensen gevon
den, hun vuurstenen krabbertjes, schrapers
en boortjes, hun pijlspitsen en afslagstukjes.
Evenals de dieren die ze jaagden trokken
ze westwaarts naarmate de zee zich terug
trok; bij een stormvloed verdronken ze
waarschijnlijk. Van hun verwanten is veel
bekend: van Spanje en Frankrijk tot in de
Balkan leefden ze met hun klokbekerkera-
miek, hun snoerkeramiek, hun brandurnen
met de resten van gestorvenen, hun spora
dische akkerbouw. De neolithische culturen
zijn weergaloos boeiend maar hier is er
weinig van te vinden. Hier in dat vele
malen overspoelde Zeeland.
Bij Haamstede zijn sporen van bewoning
gevonden, op de strandwal werd gejaagd.
Er werd gevist, er werden mosselen verza
meld, zo rond 2000 voor Chr. Er ontstond
achter de zich vormende strandwal een
dichte begroeiing en er werd weer veen
gevormd. Soms werd het land gedurende
vele tientallen jaren door de zee over
stroomd. Dan leek het alsof de zee zich
terugtrok en in die perioden, de regressie,
leefden hier mensen. Hoevelen zijn er ver
dronken bij doorbraken en vluchtpogingen?
Hoelang heeft het land verlaten gelegen,
met een zich telkens weer ontwikkelend
planten-, dieren- en mensenleven? Wat
speelde zich af, die duizend jaren in Bra
bant; hoe kwam de mens naar Brittanië,
Engeland? Wanneer kwamen de eerste gol
ven Kelten naar het Westen? Die zijn ver
want aan de Germanen: hun riten, sym
bolen, runentekens zijn grotendeels die van
onze voorvaderen.
Een invasie der Kelten in de Bronstijd
heeft men kunnen bewijzen. Grote groepen
Kelten trokken uit Midden-Europa naar
het westen, door de Ardennen, ten Noorden
van de Seine. Hoe kwamen ze in de 4de
eeuw naar Engeland? Hoe zagen hun
scheepjes eruit? Hoe maakten ze brons uit
koper en tin, gevonden in Cornwall? Hoe
komt het dat Ierland zo vele van hun
kenmerken, kunstvoorwerpen, sagen en le
genden heeft weten te behouden?
We zien nog die kruik uit het ijzertijdperk
(400 100 voor Chr.) daar in het Ge
meentemuseum van Aardenburg: er zitten
vier nokjes op, de vier windrichtingen; je
kijkt in hun leven. Een mens is begraven
in een grafheuvel met de houding van een
foetus, klaar voor zijn wedergeboorte naar
het lijkt. Die grote offerschaal met die
13