Spaar het!
Het Aardbeien-eiland:
P. Meerse, schaapherder, Zonnemaire.
Zierikzee.
P. Meerse op de rietdijk te Zonnemaire. Foto: Johan Berrevoets, Zierikzee.
Ze zijn er verrukt over, onze biologen.
Eilandje met een zich spontaan ontwikke
lende leefwereld voor plant en dier. Zo heel
anders dan de met bomen en struiken inge
plante Haringvreter. Veel boeiender dan
de andere kunstmatige aangelegde eilanden
in het Vcerse Meer, al bieden die nog
zoveel aan ieder die een boot heeft.
Na de afsluiting van het meer kwam daar
een zandplaatje boven water, en men heeft
er met opzet niets gedaan aan de planten
groei, al bijna vijftien jaar. Het natuur-
principe: „alles is overal" komt er tot zijn
recht. Wat er thuishoort kwam tot ont
wikkeling in gevarieerde plantengemeen
schappen en -patronen. Er ontstond hier
het oorspronkelijke wilgenbos: alleen al ne
gen soorten wilgen, ook de kruipwilg, di
verse soorten populieren en de ruwe berk
(nogmaals: er is niets aangeplant!). Ze zijn
komen aanwaaien of door vogels overge
bracht: meidoorn, Gelderse Roos, bitterzoet,
duindoornen overheersen nu grotendeels.
Het heester- en struikgewas biedt nest
gelegenheid en bescherming en slaapplaats
aan de vogels. Als we in de vroege morgen
langsvaren horen we de fitis, de tuinfluiter,
de spotvogel; dit is hun domein, het is
géén recreatie-eiland. Die liggen verderop!
Er zijn dichte rietkragen rondom, meters
breed tot waar het water zo'n 80 cm diep
staat. Merkwaardig is dat het riet het
prima doet in dat brak-tot-zoute meer; riet
is toch een zoetwaterplant? Stil drijvend
met rubberbootje of kano nemen we met
de prismakijker weer andere vogels waar.
We horen soms de karekiet, zien de vlugge
rietgors tussen de riethalmen aan het werk.
Ook uit de lage planten die er groeien
blijkt dat de natuur er haar gang kan gaan.
Stuif- en spatwater komen over bij het
hoge zomerpeil van het meer; onderzoekers
vinden dan ook de zeeaster, de zilte rus,
het kweldergras en andere zoutminnende
planten langs de waterkant. Daarop volgt
meer binnenwaarts de zoetwater-duinvege
tatie met zulke zeldzaamheden als de moe-
raswespenorchis en de waterpunge. Ook
wellicht door vogels als zaden gedeponeerd:
de aardbei en tal van andere kruiden.
Terwijl overal elders de nijvere Zeeuwen
bomen aanplanten, snoeien, ondergroei uit
dunnen, grasland laten beweiden en op
andere manieren ingrijpen, vindt er op het
Aardbeieneiland een uit zichzelf voortko
mende ontwikkeling van de natuur plaats.
Rust- en voedselplaats ook voor de zo
bekende watervogels als meerkoeten, water
hoentjes. wilde eenden en zwanen.
Diepstekende jachten kunnen het eiland
niet aandoen wegens de ondiepten rondom.
Toch wordt er door bezoekers vernield;
er worden vuurtjes gestookt, er liggen blik
jes en plasticflessen, achtergelaten door
recreanten-in-het-negatieve: de vervuilers en
de bevuilers. Laten we hopen dat ze het
komende seizoen met hun boten en hun
poten van dit verrukkelijke natuureilandje
zullen afblijven!
Ook al schrijven we er nóg zo enthousiast
over!
S. Z.
23