echter op een wetenschappelijke manier be
naderd.
In zaal negen wordt in het scheepvaart
museum de geschiedenis van de zeevaart
tot het einde van de I8de eeuw voorgesteld,
terwijl in zaal tien de geschiedenis wordt
geïllustreerd van het begin van de 19de
eeuw af.
Zaal elf toont de jongste aanwinsten van
het scheepvaartmuseum, terwijl zaal twaalf
de raadszaal is, een uniek in 17de eeuwse
stijl bemeubeld vertrek met een aantal
zeldzame schilderijen, die alle de rede van
Antwerpen tonen. Het oudste gezicht op
de stad dateert uit 15181540, de andere
zijn uit de 17de eeuw. Deze zaal wordt ook
gebruikt als vergaderzaal voor de hospi-
terende verenigingen van het museum: de
„Marine Akademie" en „De vrienden van
het nationaal scheepvaartmuseum".
Met de lente in aantocht is het nationaal
scheepvaartmuseum te Antwerpen voor vele
Zeeuwen zeker een excursie waard. Men
wordt er immers gekonfronteerd met de
zeevaart door de eeuwen heen en al wat
er in onze lage landen verband mee hield.
Het scheepvaartmuseum is alle dagen geo
pend van 10 tot 17 uur, behalve op 1 en 2
jan., 1 mei, O.H. Hemelvaart, 1 en 2 nov.
en 25 en 26 dec. Het is verder gesloten op
zaterdagen, zondagen en feestdagen. De toe
gang is kosteloos. Op schriftelijke of tele
fonische aanvraag vooraf kunnen bij de
„Dienst voor Toerisme", Suikterrui 2000
Antwerpen (tel. 32.01.03 en 31.87.30) rond
leidingen worden besproken.
Met het openbaar vervoer is het Natio
naal Scheepvaartmuseum gemakkelijk te be
reiken vanaf het Centraal Station of vanuit
het stadscentrum. Parkeergelegenheid is er
wel te vinden in de omgeving, maar men
moet er wel gebruik maken van de parkeer-
schijf, indien men niet verkiest op betalende
parkings in de omgeving te gaan staan.
Mensen uit Zeeland, bezoek in de ko
mende lente- en zomermaanden eens een
keertje het scheepvaartmuseum te Antwer
pen. Het zal u vast niet berouwen.
Arthur Deceunynck.
*t' ik heb er vele y
5 bij name genoemd X
v zij zijn mijn y
X laag overscherende visdiefjes X
zwartwit gestreepte kluten
X sterntjes
y krijsende scholeksters y
en meeuwen meeuwen meeuwen
V
behoedzaam en bewonderend
y naderde ik hun broedgebied
X fel verdedigden zij hun jongen *j*
luidkeels voerden ze hun
schijnaanvallen uit
y gedurfde duikvluchten
waren niet van de lucht
•j* zij zijn mijn
X maar niet één daalde
op mijn schouder
of nestelde zich in mijn geheven
handen
uitgestoten en moederziel alleen
van god verlaten
X als de eerste mens na de val
X al dat rondkraalogige
y al dat vederzachte y
al die donzigheid zo vijandig
y toch was ik even in het paradijs
f ik noemde hen allen bij name
zij waren mijn X
mirja muurling
zee werden tot omstreeks 1930 nog zeil
schepen gebruikt. Dit waren verschillende
types, naar gelang het soort visserij en
de herkomst. De buis en de hoeker behoren
tor de oudste schepen voor de zeevisserij.
Maar men kan er ook de Blankenbergse
sloepen, de hoogaars, de hengst, de schouw
en de boeieraak bewonderen, waarmee de
garnaalvangst en in het bijzonder de oester-
en mosselkweek werden beoefend.
In zaal zeven van het scheepvaartmuseum
wordt de pleziervaart onder de aandacht
gebracht. De pleziervaart is een vorm van
scheepvaart die naast de bedrijfsscheepvaart
in de loop van de 16e eeuw is ontstaan
en zich ontwikkeld heeft in de 17e eeuw
Tot in het begin van de 20ste eeuw over
leefden nog oude jachten, zoals het hek-
jacht.
In zaal acht wordt in het Antwerpse
scheepvaartmuseum de scheepsbouw belicht.
De scheepvaart zou immers niet denkbaar
zijn zonder de scheepsbouw. Hout was dui
zenden jaren lang de grondstof bij uitstek,
maar ook boomschors, riet en huiden wer
den voor het „bouwen" van vaartuigen ge
bruikt. De bouw van een schip was vroeger
een louter ambachtelijk bedrijf, dat bijna
uitsluitend op ondervinding steunde. De
meeste, zelfs zeer grote schepen, werden
doorgaans op het oog gebouwd. In de loop
van de 18de eeuw werd de scheepsbouw
Een binnengezicht in het Scheepvaartmuseum. Foto: Ovidc Maas, Antwerpen.
Het Steen te Antwerpen, waarin het Scheepvaartmuseum is gevestigd.
Foto: Ovide Maas, Antwerpen.
23