ECOLOGIE J. T. H. C. Schepman
De naam ecologie werd door E. Haeckel
in 1S66 gegeven aan het begrip: de ver
houding tussen een dier en zijn organisch
en anorganisch milieu, in het bijzonder zijn
vriendschappelijke of vijandige verhoudin
gen tot dieren en planten waarmee het in
contact kwam.
Tegenwoordig wordt het begrip ecologie
of oecologie ruimer gehanteerd. De ecologie
houdt zich nu ook bezig met mensen, die
ren en planten in hun onderlinge verhou
ding tot elkaar en tot hun uitwendig milieu.
Dat milieu wordt zo ruim mogelijk opge
vat: het klimaat, de bodem en zijn structuur.
De betrekkingen zijn veelsoortig en ko
men tot uiting op verschillende organisatie-
niveau's, zoals cel, orgaan, individu, popu
latie en levensgemeenschap. De moderne
ecologie omvat dus veel meer dan de ver
taling van de term ecologie aangeeft.
De vertaling zou kunnen luiden: de be
schrijving van de verblijfplaats en de be
studering van het milieu van de organismen.
De hedendaagse biologische ecologie
wordt onderscheiden in de auto ecologie,
de populatie ecologie en de syn-ecologie.
Wanneer het organisme volwassen is, be-
invloeden omgevingsfactoren zijn levensver
richtingen en voorzover het mens en
dier betreft zijn gedrag. De bestudering
van de invloed op het individu van veran
deringen in milieufactoren is alleen een
middel om deze processen beter te begrijpen.
In de ecologie staan juist de betrek
kingen met het normale milieu in het
middelpunt.
Bovendien is de factor „tijd" daarbij
belangrijk, aangezien de ecologie de veran
deringen in de tijd, in het aantal, het voor
komen en de gedragingen van de bestu
deerde organismen onderzoekt.
De onderlinge betrekkingen in een popu
latie en de evolutie hiervan hun aan
passingen zijn slechts in de tijd waar
neembaar. Gaat het dus om de bestudering
van een organisme, één plant één mens,
dan spreken we over auto-ecologie.
De populatie ecologie houdt zich bezig
met groepen organismen, omdat een soort
zelden alleen voorkomt, en dan spreken
we over b.v. de planten sociologie en de
ethologie die de dierengemeenschappen be
studeert.
In de syn-ecologie worden de onderlinge
relaties tussen de organismen die een le
vensgemeenschap vormen, en de relaties
van de levensgemeenschap als geheel met
de levenloze omgeving bestudeerd. De le
vensgemeenschap is onverbrekelijk verbon
den met de levenloze omgeving en vormt
hiermee een ecosysteem. Hieruit worden
energie en bouwstoffen betrokken die on
ontbeerlijk zijn voor het bestaan van het
leven.
Het ecologisch onderzoek is van groot
belang voor het welzijn en voortbestaan
van de mens. Het is belangrijk voor de
bedrijfsvoering in de landbouw, veeteelt,
bosbouw, jacht en visserij. Bij ziektebestrij
ding is de kennis van de ecologie van ziekte
verwekkende organismen belangrijk.
De mens is als deel van het ecosysteem
in staat grote invloed uit te oefenen op
zijn milieu.
Het is noodzakelijk dat dit op zodanige
wijze gebeurt, dat de fundamentele pro
cessen in het ecosysteem waarvan hij deel
uitmaakt, blijven functioneren. Daarom
wordt de ecologie tegenwoordig steeds meer
beschouwd als de grondslag van een we
tenschappelijk milieubeheer.
Een keuze uit de literatuur over ecologie
in de Technische Bibliotheek Zeeland: Edi-
sonweg 4 Vlissingen.
Bouquet, H. G. J. Oecologie voor boven
bouw VWO en HAVO. Amsterdam, 1972.
(13062/574).
Colinvaux, P. Introduction to ecology.
New York, enz. 1973 (12946/574).
Graham M.. A natural ecologv. Manchester
enz. 1973 (13296/574).
Klopper, P. H. Behavioral Aspects of eco
logy. Englewood Cliffs, 1973 (13036/59).
Leiand Rodgers, C. and Kerstetter, R. E.
The ecosphere. Organisms, habitats and
disturbances. New York enz., 1974 (14518/
574).
Macan, T. T. Freshwater ecology. London.
1974. (13991/574).
Maynard Smith, J. Models in ecology.
Cambridge, 1974. (13884/591.5).
Owen, D. F. What is ecology? London,
1974. (14175/574).
Radakov, D. V. Schooling in the ecology
of fish. New York enz., 1973.
Rcid, L. Ecologie. Aula-boek. Utrecht,
1965. (12528/574).
Stugren, B. Grundlagen der allgemeinen
Okologie. Jena, 1972. (15296/57).
(De boeknummers zijn tussen haakjes
geplaatst).
13