HERFST - BESSENTIJD
De herfst is bij verschijning van dit blad
al weer een heel eind gevorderd, pessimis
ten onder u zullen uiteraard opmerken
dat het reeds sedert april herfst is. Inder
daad hebben we dit jaar weinig zomers
weer gehad, waarmee echter niet gezegd
wil zijn dat Moeder Natuur haar zaakjes
niet op tijd gereed heeft. Het najaar is
de tijd dat overal om ons heen een aantal
wilde planten en struiken hun besvruchten
rijp afleveren.
Is het voorbije jaar in veel opzichten
door het minder goede weer, althans in
onze ogen, niet zo gunstig geweest, niemand
kan ontkennen dat er deze herfst een on
gelooflijk grote bessenrijkdom ten toon
wordt gespreid. Vooral de Meidoorn en
de Duindoorn hadden tot brekens toe be
laden takken met respectievelijk knalrode
of feloranje bessen; andere besdragende
planten blijven hierbij niet ten achter, maar
zijn door hun geringere getalssterkte minder
spectaculair.
Je vraagt je onwillekeurig wel eens af
waarom dit jaar zoveel, en bijvoorbeeld vo
rig seizoen relatief zo weinig van deze
kleurige sieraadjes?
Een aanwijsbare oorzaak hiervoor is op
de eerste plaats het uitblijven van nacht
vorst tijdens de bloei wat vorig jaar wel
plaats vond, ook de grote vochttoevoer zal
zeker een rol gespeeld hebben. Waarschijn
lijk zullen er nog wel enkele oorzaken op
te sommen zijn, maar wat doet het er eigen
lijk toe, wij, u en ik, kunnen er van ge
nieten! Het geeft de loch al kleurige herfst
nog een aantal extra tinten waardoor er
buiten tevens veel meer te zien is.
Deze bessen groeien namelijk niet zo
maar doelloos, ik heb in m'n regelmatige
krabbeltjes al eens meer gezegd dat in de
natuur niets zonder doel gebeurt, hier heb
ben we ook weer een duidelijk voorbeeld.
O, hoor ik enkelen van u zeggen, dat
weten wij ook wel: iedere plant brengt op
zijn tijd zaden voort, dus deze planten ook!
U hebt volkomen gelijk, mijn wedervraag
zou dan luiden: waarom zijn zoveel van
deze vruchten juist in het najaar rijp?
Wanneer u ook deze vraag kunt beantwoor
den kan ik u middels dit praatje vermoe
delijk niet veel nieuws meer vertellen; het
antwoord ga ik echter wel geven voor die
genen die dit nog niet bekend is.
Zoals reeds uit de vraagstelling blijkt,
is het inderdaad niet zonder reden dat
veel de meeste besvruchten in het
najaar rijp zijn, wat is echter het geval?
U weet waarschijnlijk dat bessen ook
wel schijnvruchten genoemd worden, de
echte vrucht is het zaad in het hart van
de bes, de kleur moet er voor zorgen dat
de aandacht van vogels getrokken wordt.
Dat is ook de reden waarom bij veel soor
ten bessen de kleur rood een belangrijke
rol speelt, de ogen van de meeste indi
viduen zijn hier namelijk zeer gevoelig voor.
Het vruchtvlees van de schijnvrucht wordt
door veel vogels als voedsel genuttigd. Als
tegenprestatie, zou gesteld kunnen worden,
transporteert de vogel het zaad, dat hij
tevens opeet, en dat ongeschonden het
darmkanaal na verloop van tijd weer verlaat.
Vooral lijsterachtigen zoals merel, zang
lijster, koperwiek en kramsvogel zijn echte
besseneters, maar ook o.a. zwartkop, tuin-
fluiter en vinkachtigen pikken hun besje
mee. Vooral voor zangvogels als zwartkop
en tuinfluiter is dit ogenschijnlijk wat
vreemd, omdat zij van huis uit insecten
eters zijn.
Het is algemeen bekend dat in de herfst
tienduizenden vogels naar zuidelijker streken
trekken, vaak worden dan in korte tijd
grote afstanden afgelegd, een geschikter tijd
stip om via deze gevleugelde expediteurs
zaad te verspreiden is nauwelijks denkbaar.
Juist als we ons hierbij bedenken dat er
in de herfst nagenoeg geen insekten meer
te vangen zijn en er daardoor nog een
aantal vogelsoorten als „zaadverspreiders"
bijkomen.
Ook vanuit vogelstandpunt bekeken voor
ziet het bessenaanbod op dit late tijdstip
in een noodzakelijke behoefte, juist in de
trektijd gebruiken de vogels meer voedsel
omdat er grote krachtinspanningen gele
verd moeten worden. Eveneens van belang
is het feit, dat o.a. bepaalde soorten lijster
achtigen in grote troepen (soms enige dui
zenden) naar hun winterkwartieren gaan.
Voor dergelijke aantallen hongerige magen
is het dus eveneens noodzakelijk dat er
voldoende voedsel, het liefst op een kleine
oppervlakte, voor handen is.
Verschillende van deze bessensoorten zijn
bijzonder rijk aan vitamine C en afhankelijk
van de soort komen daar nog een aantal
speciale stoffen bij, waarvan ik u de namen
zal besparen. Of Moeder Natuur hier ten
opzichte van de trekvogels nog een bepaalde
bedoeling mee heeft is niet bekend, maar
zeer wel mogelijk.
De mens heeft inmiddels wel een hoe
veelheid geneeskrachtige of op andere
wijze nuttige eigenschappen van een aantal
bessesoorten ontdekt waarvan er enige
nog steeds gebruikt worden. Denkt u maar
eens aan sap van duindoorn- en vlierbessen,
rozebotteljam en wie heeft er nog nooit
bramen geplukt? In de afgelopen oorlog
werden de bessen van asperge en hulst
gedroogd, gemalen en als een „goed" koffie-
surrogaat gebruikt. Van de liguster, ook
wel augustus- of heggesering genoemd,
werden de bessen gebruikt als verfstof.
Dit alles houdt echter niet in dat alle
bessen zomaar geplukt en gegeten kunnen
worden, oppassen is hier de boodschap,
vooral met kinderen! Zo zijn bijvoorbeeld
bitterzoet, zwarte nachtschade en hegge-
rank „heilzaam" bij gebruik tegen allerlei
kwalen voor zover het plantendelen betreft,
ik kan me nog goed herinneren dat wij
in onze jeugd de stengels van eerst genoem-
Gedeelte Aspergetak
de plant als „zoethout" kauwden, maar de
bessen van deze planten zijn zwaar ver
giftig, daarmee is het dus oppassen geblazen.
Vroeger werden vaak streekgewijs namen
aan planten gegeven waarin meestal be
paalde eigenschappen tot uitdrukking kwa
men, bitterzoet kreeg er veel: rekop, wild
zoethout, walschot, kwalster of kwalster
hout, slugter, elfrank, dolbessen- en honde-
bieshout.
De vlier of vledder sprak behalve voor
consumptie nog op een andere wijze de
mensen aan, dit is vermoedelijk te herleiden
uit de compactheid van de struik waardoor
hij er vooral 's avonds enigszins sinister
uitziet. Door onze verre voorouders werd
hij als heilige boom beschouwd en daarom
nabij huizen aangeplant, wanneer je een
grote haag of enige grote bomen op het
erf had. kwam Vrouw Holle die als schuts
patroon van huis en haard werd gezien,
daarin wonen.
Ik geloof met voorgaande zaken voldoende
gedemonstreerd te hebben dat bessen in
het algemeen niet alleen de vogels, maar
ook de mensen in de loop der tijden niet
„onberoerd" hebben gelaten.
Voor wat betreft het gezegde: een rijk
bessenjaar geeft een strenge winter, zal ik
u. met betrekking tot de betrouwbaarheid
van deze spreuk, aanstaand voorjaar in
lichten, maar dan weet u het ook al!
Ik hoop, dat we met z'n allen nog vaak
en veel van deze najaarsboden kunnen ge
nieten.
Tipgever.
13