doen in olieverf en oude lapjes i m m m i i ér_ Leo en Ted Stigter: Ted en Leo Stigter wonen en werken samen met zoontje Bas jo in de kern van het dorpje Noordgouwe op Schouwen-Duiveland. Leo is kunstschilder, Ted houdt zich voornamelijk bezig met het maken van wandkleden. Samen zijn ze overigens van een heleboel „kunstmarkten" thuis, want in huize Stigter wordt naast schilderen en kunstnaaldwerk ook gebeeldhouwd, getekend, ge ëtst, geaquarelleerd en geboetseerd. Basjo, één jaar oud, houdt zich overigens ongetwijfeld ook volop met kreatieve zaken bezig. Leo cn Ted, allebei afkomstig uit Rot terdam, vestigden zich vier jaar geleden in Noordgouwe. Na evn aanloopperiode die in eerste instantie niet van een leien dakje leek te gaan, hebben ze na verloop van tijd hun draai gevonden. Het leefkli maat bevalt ze uitstekend. Aansluiting ge noeg en leuke kontakten, ook in de werk sfeer. Een huis aan de ring van het dorp met legio mogelijkheden, een ruim, aan de tuin grenzend atelier met kijk op groen achter het groen. Naast hun bezigheden thuis geven ze allebei les. Leo leidt een groepje amateur schilders en Ted met akte stofversieren maakt twee middagen in de week Brou- wershavense kinderen enthousiast voor het handwerken. „Eerst interesse kweken, dan komt die techniek vanzelf", zegt ze daarvan. Er wordt in de klas dan ook niet alleen gedaan aan breien en borduren, maar ook aan touw- knopen en weven, etc. Voor alles moet een werkstukje in ieder geval een funktie heb ben, geen saaie proeflapjes dus. Gemaks halve pleegt Ted zich .handwerkjuf te noe men. Niet helemaal terecht, want haar eigen werk valt beslist niet alleen binnen het kader „huisvlijt", al is er voor haar wandkleden wel net zoveel geduld en hand vaardigheid nodig als voor het breien van „onzichtbare" hieltjes in kapotte sokken. Haar werk is naast bijzonder veelzijdig. je kunt niet alles doen met lapjes, qua vorm en kleur volkomen uitgebalanceerd. Elk kieed heeft een eigen leventje, is tel kens anders van opvatting. De enige over eenkomst tussen de verschillende wandkle den is de sobere kleurkeuze. Niet zozeer voortkomend uit een voorzichtige opstel ling ten aanzien van kleurgebruik, dan wel uit persoonlijke voorkeur De kleur of liever verkleuring van dat wat al gebruikt is ge weest, blijkt Ted aan te spreken en terecht. Een 234 keer gewassen lapje katoen met een gat erin schept meer mogelijkheden tot inspiratie dan een vierkante meter trevira 2000, al gebruikt ze ook synthe tische materialen. In ieder geval leidt het maken van wandkleden natuurlijk tot een verzamelwoede van oude lapjes, lintjes, kantjes, garens, touwtjes en wat meer te gebruiken valt. Het komt dan ook wel voor dat de „hand werkjuf" van Brouwershaven op weg naar huis plotseling van de fiets stapt vanwege een bijzonder fraai stukje uitgeplozen touw. Van vakantie bracht ze onlangs o.a. een wasteil poppe-armen en benen mee, een partijtje kurken drijvers en schelpen. Buren, kennissen en andere verwante zielen voeren overigens ook veel materiaal aan. Technisch is het ondoenlijk enig inzicht te verschaffen in de gebruikte plat-, feston-, ketting- en watdiesmeerzijsteken. Ted's kle den zijn voornamelijk een bonte mengeling Familie Leo en Ted Stigter (Foto: Johan Berrevoets, Zierikzee). Wandkleed Ted Stigter. (Foto: Johan Berrevoets, Zierikzee). van applikeer-, borduur- en knooptechnie- ken waarbij ook kralen, knoopjes en pail letten te pas komen. Het komt vaak voor dat ze uitgaat van bestaand materiaal, w.o. weer veel „ge vonden voorwerpen". Een houten raam- werkje, een tot op de draad versleten zeem dat dan al of niet weer geverfd wordt. In andere gevallen wordt een ontwerp gemaakt waarvoor passend materiaal bij elkaar wordt gezocht. Op dat ontstane idee of ontwerp gaat ze dan letterlijk voortborduren. Struk- tuurtjes ontstaan, worden gevarieerd en waar nodig van akcenten voorzien. De afwerking doet werkelijk de „hand werkjuf" vermoeden. Kleurgebruik en vorm geving zijn eigen aan de maakster. De va riatie lijkt bijna grenzeloos maar juist in textiel vervalt men door de gebondenheid aan het materiaal, m.i. snel in „foefjes" die telkens terugkeren. Ted's werk is nooit stereotiep, het is vol fantasie en draagt toch haar eigen signatuur. Naast het arbeidsintensieve lapjeswerk en haar lesgeven ziet ze ook nog kans een morgen in de week een troepje peuters bezig te houden. Inspiratie vindt ze overal, ook in de direkte omgeving. Net terug van vakantie laat ze foto's zien: stapels stenen met daarachter boomstammetjes. „Daar heb ik wat aan", zegt ze en er volgt een en thousiast verhaal over een huis in Luik, dat verbouwd werd. „Er waren allemaal jute lappen voorgespannen die bewogen in de wind. Mooi hoor, die beweging, dat wil ik ook in kleden proberen te verwerken." Eén ding heeft hei: duo Stigter in ieder geval gemeen. Dat is het gevoel voor detail, het doorwrochte. In Leo's minutieuze schil derijtjes is dat meteen te zien. Een bijtje, piepklein doekje dat geschilderd werd voor Basjo, ziet eruit alsof het zo kan wegvlie gen ware het niet dat het met een speld zit vastgeschilderd op het doek. Het heeft bijna het effekt van een trompe d'oeil. vroeger wel gebruikt in de schilderkunst als verrassingseffekt voor de argeloze kijker, die de op het doek zittende (geschilderde) vlieg maar lastig vond. Tevens natuurlijk een teken van meesterschap van de betref fende schilder. „Zo levensecht kan ik iets 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1974 | | pagina 5