Veilig boot-vissen op de Zeeuwse stromen Vlissingen De Koninklijke Zuid-Hol landse Maatschappij tot redding van schip breukelingen heeft de suggestie gedaan langs de grote invalswegen naar de kust gebieden borden te plaatsen, waarop de watersporters en boothengelaars tijdig tegen storm, mist of andere gevaarlijke weers omstandigheden op het water gewaarschuwd kunnen worden. Uit een analyse van een aantal reddingen van sportvissers in de kust gebieden en deltawateren blijkt duidelijk, dat de meeste noodgevallen te wijten zijn aan onvoldoende voorkennis over het weer, onbevarenheid, waaghalzerij, onveilig ma teriaal en het ontbreken van reddingsmid delen aan boord. Volgens inspecteur B. R. de Jong moeren de waarschuwingsborden op ruime afstand van de stranden geplaatst worden, omdat de echte waaghalzen, die eenmaal het water zien; niet meer van hun voorgenomen boothengel-expedities, te weerhouden zijn. Het aloude gezegde „de zee trekt", heeft een diepe psychologische achtergrond. Hoewel de K.Z.H.M.R.S. zich in principe beperkt tot de hulp aan schipbreukelingen op zee, hebben de reddingsboten de laatste jaren ook op de deltawateren en kustwa teren te maken gekregen met bootvissers en watersporters in nood. Er zijn al enkele malen sportvissers van de pier van Hoek van Holland gehaald. En diverse malen moest ook op volle zee hulp worden ver leend aan wankele vletjes, speedbootjes en motorbootjes. De zee blijkt vooral voor sportvissers een onweerstaanbare aantrekkingskracht te hebben. Ergens roept het water kennelijk bepaalde oeroude jachtinstincten wakker, die normale burgers plotseling de onweer staanbare drang geven zich stoer en „Hol lands Glorie-achtig" te gedragen. Bijzonder sprekend is het geval van twee sportvissers die op zee verdronken, nadat ze die dag al eerder door een reddingsboot van het water waren gehaald. Hoe mensen aan boord van een schip kunnen veranderen bewijzen ook de vele gevallen van zoutwaterliefde, die doodnor male en nuchtere mensen kan treffen, die op een zeereis zitten. Zodra de tros is losgesmeten, lijkt het alsof vele maatschap pelijke banden en remmingen worden ver broken. Het is juist tegen deze voor de weten schap braak liggende psychologische achter gronden, dat de betrokken reddingsmaat schappij adviseert dergelijke waarschuwings borden vele tientallen kilometers van de kust verwijderd op de grote invalswegen op goed herkenbare punten neer te zetten. De hengelaar of watersporter moet dan aan dit rode sein het wijze besluit ver binden die dag of nacht de tocht naar de veelbelovende stekkies op het gevaarlijke water niet te wagen. Veilig bootvissen. Wie op zee of het ruime kustwater gaat vissen, moet thuis goede afspraken maken over het tijdstip van thuiskomst en de plaats waar gevist wordt. Bij vermissing kan dan snel alarm geslagen worden met een opgave van de plaats van handeling. Wie op zee gaat vissen moet een kom pasje en waterkaart meenemen, roeiriemen voor het geval de motor afslaat, voldoende touw, een extra anker, noodseinen, lamp, een scherp mes, extra touw, een hoosvat, een verbanddoos, een rooksignaal of vuur pijl (bij nacht), wat extra eten en drinken en gereedschap voor reparaties. Haal een anker altijd over de punt van de boot op. Aan boord van elk visbootje moeten reddingsvesten zijn en elke niet-zwemmer moet natuurlijk een vest dragen. Luister tevoren goed naar de weerberichten. Vaar dus niet uit bij stormwaarschuwingen of mistvoorspellingen. Ook een getijdetafel is geen overbodige luxe. Zorg voor een scheeps- fluitje of toeter. Anker op veilige plaatsen, jiooit in scheepvaart-routes. En neem een ankertouw dat zeker vijfmaal zolang is als de diepte waarop u vist. Een te steil geankerde boot kan in een hoge golf onderduiken. Sta niet in de boot als u vaart. En neem een oud conserven- blikje mee als „pias-toilet" en doe dat bij voorkeur niet staandebeens, maar liever geknield in de kleine boot. Koop een veilige visboot met extra drijf- vermogen als u vol mocht slaan. Cor van Heugten. voor anker gaan opnieuw ergens in Zeeland ergens buiten de veste met vóór je riet en pluimen met achter je licht aangolvend rimpelwater langzaam maar zeker miniatuur lagunen aanvretend harmonisch samenspel van onophoudelijk ruisen en fluisteren en onophoudelijk kabbelen en klotsen verder niets niets dan alleen nog maar die toren boven de begroeiing uit het schip van goud in top en een zacht gepierewied van onzichtbare rietgorsen ergens in het gewuif mirja muurling 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1974 | | pagina 30