Rilland en Bath in vroege en late tijden (Vervolg) De herrijzenis. Op bijgaande afdruk van een door Hal- tinga vervaardigde kaart die in het jaar 1753 werd uitgegeven, komen Rilland en Bath niet voor. De oude dorpen waren ver dronken en met de bouw van de nieuwe was men nog niet begonnen. Kort daarop, nl. in 1773, werd de Reigerbergsepolder bedijkt en daarin ontstonden toen twee dorpen, die opnieuw de namen kregen van Rilland en Bath. Van een herijzenis in de ware betekenis van het woord kan feitelijk niet gesproken worden. Het waren toraal andere dorpen, die bovendien op geheel andere plaatsen gesticht werden en nog slechts de naam met hun voorgangers gemeen hadden. Met de herdijking van het in oostelijk Zuid-Beveiand verloren gegane gebied wer den in de 16dc en in de 17de eeuw vor deringen gemaakt. In de tweede helft van de 18de eeuw was opnieuw een groot complex van schorren rijp voor bedijking en daar ontstond in 1773 de Reigerbergse polder. Een groot gedeelte van deze poldergron- den was eigendom van Johan Pieter van den Brande, die gehuwd was met Maria van Reigersberg. De naamgeving van de polder zal daarmee wel verband houden. De bedijkingswerkzaamheden verliepen niet zonder moeilijkheden. Er werkten meer dan 3000 polderjongens aan mee, die voor het merendeel uit Oost-Friesland kwamen. Tijdens de uitvoering braken stakingen uit en ontstonden ernstige konflikten. Slechts met hulp van soldaten uit het gar nizoen van Bergen op Zoom konden de wanordelijkheden bedwongen worden. Op 8 juli 1773 werd het Vinkcnissegat ge sloten. In de nieuwe polder ontstond een modern verkavelingspatroon. In noordwes- telijk-zuidoostelijke richting werd de hoofd weg aangelegd, met loodrecht daarop de Eerste weg tot en met de Vierde weg, als mede de Krukweg. Op de hoek van de Hoofdweg die later de Voorstraat werd genoemd en de Derde weg ontstond het nieuwe dorp Ril land. Aanvankelijk bepaald tot de recht hoek Voorstraat, Derde weg, Achterweg en de Veste, heeft het zich in de loop der jaren allengs wat verder uitgebreid. De Veste was vroeger een brede sloot en ein digde in een grote waterput die als brand put dienst deed. Zowel de sloot als de put werden naderhand gedempt en op die plaats ligt thans nog een straat die de Veste heet. VOORSTRAAT RILLAND ÖcttwAelmi J'o/iicr J>c ?cL&r V -HE r urei S/'tuiJ De Voorstraat Iaat ons nog de oorspron kelijke bebouwing van het tweede Rilland zien. Naderhand werden tegen de Reigerbergse polder weer nieuwe polders bedijkt, nl. de Frederikapolder in 1851, de Engelse polders in 1856 en 1857 en de Zimmermanpolder in 1882. Op aandringen van mr. Pieter Paulus, des tijds advokaat-fiscaal bij de admiraliteit op de Maas, werd tot bescherming van de in vordering van rechten die van voorbij va rende schepen geheven werden, in 1786 het fort Bath gebouwd. In de schaduw van dit fort ontstond in de loop der jaren het dorp Bath. Het fort bestond uit een vierhoekige redoute met aarden wallen, nat te grachten en een bedekte weg. Verder hoorden er nog twee aarden lunetten bij op de weg naar Rilland, alsmede de oost batterij en de west-batterij op de zeedijk. De in Bath gebouwde huizen werden voor 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1973 | | pagina 5