De kerk werd gewijd aan de heilige apostel Jacob en vroeger werd dan ook „ter ere" van deze heilige een kermis gehouden op St. Jacobsdag. Op last van de staten van Zeeland werd deze kermis- datum echter in het jaar 1690 ver schoven. Aanvankelijk kwam Bruinisse tot bloei door de binnengaatse visserij. Door de jaren heen is de visserij er trouwens steeds een belangrijke bestaansbron ge weest. Overwippend naar de noordelijke oever van Brouwershavense gat en Grevelingen kan worden gememoreerd dat daar ge durende de middeleeuwen geen haven plaatsen van enige betekenis lagen. Over flakkee ontstond eerst in de late middel eeuwen. De eerste haven was die van Ouddorp, maar de feitelijke havenstad was destijds toch Goedereede. Ofschoon niet direkt aan het Brouwershavense gat grenzende, mag een korte beschrijving desondanks niet achterwege blijven, om dat deze oude havenstad oorspronkelijk met het Brouwershavense gat toch in nauwe relatie stond. Zijn naam spreekt voor zichzelf. Achter het hoge duinlandschap van weleer von den schepen bij slecht weer een goede en veilige rede. Reeds in 1040 werd de naam Goedereede al vermeld, alhoewel de stad van die naam eerst in het begin van de 14de eeuw moet zijn gesticht. De merkwaardige toren zoals we die nu nog kennen, schijnt tussen de jaren 1466 en 1512 te zijn gebouwd. De juiste datum is niet bekend. In de 15de eeuw was Goedereede uitgegroeid tot een belang rijke handelsplaats, van waar men voor al handel op Engeland dreef. De stijlvolle bebouwing langs de oude haven herin nert nog aan vergane glorie. De stad moet eens ommuurd zijn geweest. Oude verbindingen. Het enige kontakt tussen de voorma lige eilanden werd door veerschippers onderhouden. Reeds in het jaar 1328 gaf graaf Willem III een veer van Brouwershaven over de Gouwe naar Zierikzee in gebruik aan Hugen Hugenzoon en Berwoud Janszoon. Daarnaast bestonden in de 14de eeuw nog andere veren over de Gouwe, nl. van Schouwen naar Duive- land waarvoor de graaf in 1347 toestem ming gaf. Ook moeten er toen al ver bindingen hebben bestaan van het eiland Dreischor naar Zierikzee en Duiveland. Over het Brouwershavense gat en de Grevelingen voeren in de 15de eeuw eveneens reeds veerschuiten, nl. van Maye op Dreischor naar het toen be dijkte Dirksland. Van Zierikzee uit onderhield men om streeks dezelfde tijd onder andere veer- verbindingen met Capelle op Duiveland, terwijl een roeiboot de verbinding on derhield vanaf het houten hoofd bij Nieuwerkerk naar Bellaert op Dreischor. Reeds in het jaar 1313 was er sprake van de belening van een veer door de heren en vrouwen van Voorne. Vermoe delijk werd deze verbinding in de 2e helft van de 15de eeuw opgeheven. Weer later viel het veerrecht toe aan de vroed schap van Brouwershaven, die bij be sluit van 21 maart 1600 aan Daniël Pijerszoon het recht verleende een veer te bedienen van Brouwershaven naai Goedereede. Verzandingen, verlandingen en bedij kingen. Tussen de eilanden Schouwen, Bom- menede, Dreischor en Duiveland stroom den dus eertijds de Gouwe, de Sonnemare en het Dijkwater. Van de Sonnemare of Sunnomeri werd al gerept in een oor konde uit de jaren 775/776. Later zou deze naam verbasterd worden tot Zon- nemaire. Omstreeks 1304 was deze stroom ook voor grotere schepen bevaarbaar, maar in de loop van diezelfde eeuw waren het noordelijk deel van de Gouwe met de Zonnemaire reeds zodanig dicht geslibd en verland, dat de bedijkings werkzaamheden er een aanvang konden nemen. In dit kader werd de Noord- gouwe in 1374 afgedamd, waardoor de Noord-Gouwe polder ontstond. Noordelijk daarvan ontstond in 1401 de Zonnemairepolder. Daarmee was de be dijking van het gehele Noordgouwe- en het Zonnemaire-gebied een feit ge worden. Inmiddels waren ook in het gebied van de Zuid-Gouwe en van het Dijkwater door opslibbing langs de randgebieden de vaarwaters steeds smaller geworden. Daar vond de eerste bedijking plaats op het einde van de 15de eeuw, toen in 1490 de Maarlandpolder werd bedijkt. In 1530 volgde de bedijking van de Al te Kleinpolder. In het begin van de 17de eeuw volgden de bedijkingen elkaar in snel tempo op. Het begon met de af damming van de Zuid-Gouwe in 1610. waarna in dit gebied in 1629 de polders Gouweveer en Zelke ontstonden. Eerder, nl. in 1614, was reeds de polder Groot Bettewaarde bedijkt, gevolgd in 1646 door de polder Klein Bettewaarde. Nadat in de jaren 1892 en 1899 achtereenvolgens de Nieuwe Veerpolder in de Dijkwater- polder door bedijking waren ontstaan, werd in 1954 om redenen van veiligheid het restant van het Dijkwater afgedamd. Uit de aard der zaak had de gemeente Zierikzee niet stil gezeten en toen de verlanding van Zuid-Gouwe en Dijkwater een ernstige bedreiging voor zijn scheep vaartverbinding begon te vormen, be sloot men tot de aanleg van een haven kanaal naar de Oosterschelde. Vanuit de Singelgracht werd in 1597 dit haven kanaal aangelegd. Op Goeree werden in de 14de en in de 15de eeuw aan de westzijde van het oude land van Diepenhorst buiten het daar toen aanwezige duingebied nog enkele polders gewonnen. Tegen de nieuwe zee wering vond daarna opnieuw duinvor ming plaats. Het hoogste deel van Over- flakkee en daarmee de oudste kern van dit latere eiland was het Dirks land. Oorspronkelijk door de eigenaren, de heren van Zierikzee, uitsluitend geëx ploiteerd voor de winning van zout uit de de overvloedig aanwezige derrie, werd het door hen in 1415 bedijkt en als ko renland in gebruik genomen. Ook het gors van Sommelsdijk werd reeds in 1339 genoemd als een gebied waar veel derrie werd gegraven. In het jaar 1420 werd nog een opwas in de buurt van het latere Herkingen bedijkt. Het hierbij afgedrukte kaartje geeft de toestand weer, zoals deze zich om streeks 1421 had ontwikkeld. (Pag. 15.) In de loop van de 15de eeuw kwamen er op Overflakkee meer bedijkingen tot stand en zo groeide in de loop van de tijd dit gebied naar de vorm, zoals wij die thans kennen. Gedurende de 17de eeuw ontstond in de Sonnemare een schor van een lang gerekte vorm, dat het oude vaarwater in tweeën splitste. Op dit schor woonde lange tijd een herder met zijn schapen. Bii hoge vloeden kon hij zich met zijn kudde op een stelle in veiligheid brengen. De aldus gescheiden vaarwaters noemde men de Hals en de Scharrenzee, ter wijl de naam Sonnemare daarna snel in het vergeetboek geraakte. In 1751 werden de eilanden Goeree en Overflakkee door een dam met elkaar verbonden. Ter weerszijden van deze dam de Statendam werden in de 18de eeuw opnieuw enkele polders bedijkt. Gewijzigde veerverbindingen. Ook de verbindingen ondergingen als gevolg van deze bedijking grondige wij zigingen. Een aantal veren verviel door- 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland Magazine / Veerse Meer Gids | 1972 | | pagina 14