Grepen uit de geschiedenis van Goes
Een idyllisch plekje langs het kanaal van Goes Foto Studio", Goes
Inleiding.
Toen de gemeenten Kattendijke, Wol-
phaartsdijk en 's Heer Arendskerke in 1970
hun zelfstandigheid verloren, werd een vrij
groot deel van het Veerse meer aan het ge
bied van Goes toegevoegd. De geschiedenis
van deze gebiedsuitbreiding is dus nog zeer
jong, terwijl daarentegen het ontstaan en de
geschiedenis van de oude stad zelf zich
verliest in de schemer van vele eeuwen
terug.
Ofschoon onlangs al uitgebreid over de
lotgevallen van het slot Oostende eens
de bakermat van Goes werd gepubli
ceerd, is de verdere geschiedenis van deze
stad boeiend en interessant genoeg om er
een aantal episoden uit te lichten en op
nieuw in de openbaarheid te brengen.
Het ontstaan en de verdere ontwikkeling
van Beveland.
De stad Goes is zo nauw met Zuid-Beve
land verbonden dat zijn geschiedenis niet
los is te zien van het ontstaan en de ont
wikkeling van het oude Beveland. Er wordt
wel beweerd dat er al sprake was van men
selijke bewoning nog vóór de pagus Be
veland tot het erfgoed van Jonkvrouwe Geer-
truida behoorde, de in 658 overleden en
heiligverklaarde dochter van Pepijn van
Landen, eerste hertog van Braband.
Het blijft echter de vraag, of bewoning
van het toen nog niet bedijkte gebied uiter
aard wel mogelijk was. Vermoedelijk betrof
fen het de gronden die ten noorden werden
begrensd door de Wijtvliet een reeds lang
verdwenen riviertje en ten zuiden door de
Honte. Deze gronden vormden destijds de
kern van de aan- en opwassen waaruit het
latere eiland zou ontstaan. Bepaalde teke
nen schijnen er bovendien op gewezen te
hebben dat ook de streek bewesten Wemel-
dinge al zeer vroeg bewoond moet zijn ge
weest, maar tot dusver zijn onvoldoende
16