306 JAN CAREL PILAAR. loopwijdde aan de vorming van zeeofficieren, de bloem en de kern van Neêrlands zeemagtEn hoe hij dit deed, met zoo buitengewone talenten toege rust, krachtvol, overredend, indrukwekkend, dat getuigen de openbare en bijzondere blijken van er kentenis en hoogachting van allen, die het voorregt hadden zijne leiding en voorlichting te genieten uwe droefheid, adelborsten, die gevoelt alles wat gij in hem mistuwe verslagenheid, leeraren aan deze inrigting, die het lijk van onzen pilaar met diepen weemoed tot aan deze groeve geleid hebt! Ook de wetenschap ziet in hem een harer schit terendste lichten uitgedoofd. Het is hare taak zijne verdienste naar waarde te huldigenwat kunnen wij in dezen treurigen oogenblik meer, dan het offer brengen onzer harteneen handvol aarde op zijne lijkkist een traan op zijn graf! En daar eindigt voor hem een leven vol werk zaamheid en roem, maar ook vol zorgen en teleur stellingen! in den zelfden oogenblik, dat hij on der ons tot een uitgebreide, werkkring geroepen werd!Ondoorgrondelijk zijn de besluiten van

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 362