340
HET BELEG VAN SLUIS
het Spaansehe geschut zich op nieuw liet hooren,
en er nog dien zelfden namiddag een driehonderd
schoten tegen den blaauwen toren gelost werden, die
van de zijde der stad niet onbeantwoord bleven.
Trouwens, men was ook daar op nieuw bemoe-
digd geworden. Kapitein iiebtl en zijn gezel eecloo
(van meeteken noemt hemmeester bekty)hadden
den ge vaar vollen togt van Middelburg en Ylissingen
gelukkig afgelegd, en bragten brieven van leycester
en hussel. De eerste schreef den 33 „dat hy gereet
synde om hen te komen ontsetten, geresolveert was
niet langer te vertoeven. Weldra zouden zij hem
zien komen Dit moest moed geven en tot vol
harding prikkelen. Men gaf dan ook teeken van de
behoudene aankomst dezer afgezondenen, doch deed
ze vergezeld gaan van noodseinen om tot bespoedi
ging aan te porren, vermits de brief reeds eenige
dagen oud was en de omstandigheden zeer verslim
merd waren. Met deze seinen werd de dag van den
39 aangevangen, die overigens ten naastenbij als
de vorige werd doorgebragt. De Spanjaarden brag
ten op den Brugschen dijk schanskorven aan, om