ALLES VERGEEFSCH. 201 de graaf niet komen aan de onbetwistbare vrijheden, aan de aanzienlijke baanderheerlijkheid behooren- de. Getrouw aan hun belofte en 't staken van den bouw des heerlijken kunstwerks duchtende, onder steunden burgemeesteren en raden, zelfs de rent meester en de baljuw, ijverig deze smeekbede. In geblazen door boudewijn, die zich echter behendig op den achtergrond hield, wilde karel van niets hooren en dreigde de strengste straf. Maar toen de oude baanderheer bleek eh bevende daar voor hem stond, op zijn krukje leunendetoen hij in de roe- rendste taal om erbarming smeekte, ja zich voor den jeugdigen vorst op de kniën wierp en hem bezwoer, zijn grijze haren te sparen; toen de achtbare mannen van Zierikzee hun welsprekendheid uitputteden om 's vorsten gemoed tot medelijden te stemmentoen beloofde karel in eene opwelling van zachter ge waarwordingen lijfsgenade op zijn vorstelijk woord. Nog meer zou hij welligt hebben beloofdhet ge beurde zonder zoen te vergeven en te vergeten, maar een snelle blik van éénen uit zijn gevolg, die zoo veel zeide alspast die weekheid van gemoed aan

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 253