ALLES YERGEEFSCH.
163
gen van Hollands grafelijk bloed, naneven van den
ridderlijken floris v, schoon op weg waren om hun
blazoen te ontluisteren; en 't mogt wat snaaks gezegd
zijn van een paadje in philips' gevolg, er was wel
iets van aan dat de brisure van het Haamstedesche
wapen, het wiel van Heusden op den Hollandschen
Leeuw, heenduidde op het eindelijk straflot, op
't welk die baan zou moeten uitloopen het rad.
Scherp was dat oordeel zeker, al te scherp, maar er
was aanleiding toe, dat is ook niet te betwisten.
Niet lang was jonker arent op Philippenburg
terug of men kwam met de kist en haar eigenaar,
den schipbreukeling. De laatste was nog weinig
gedroogd of verwarmd door de wandeling van het
strand naar het dorp, des haamstede hem voor het
vuur deed zitten en den omloop van 's verkleumden
bloed herstellen door een hartigen dronk, waarbij
vrouwe cornelia eene welkome bete voegde, waar
door de vreemde wat bekwam, vooral toen hij, de
kleederen uit zijn kist hebbende genomen, die ge
droogd en een betere plunje aangetogen had.
Toen hij, dus uitgerust, andermaal in het vertrek