126 HET HEIMELIJK SCHOOLVERZUIM.
leerde; een haagklerk eindelijk was een scholier, die
in de bosschen omzwierf, „een leerling, die schaars
ter schole kwam", gelijk vader kiliaan ons leert.
Maar de spreekwijs achter de hagen loopen"
heeft niet maar één door ouderdom duister geworden
woordzij heeft er twee. Letten wij ook op het an
dere. 't Is het woord „achter." Dit beteekende wel
eer „door, langs, over." „Petitiën achter de kerke"
waren collecten, die men deed, omgaande door de
kerken. Achter straten loopen dwalentrekken
achter straten met trompetten uitroepen; achter
lande gaan" zijn uitdrukkingen, die men in onze
schrijvers van vóór twee en drie eeuwen tallooze
malen aantreft. Ja, nog heden gebruikt men dage
lijks het woord „achter" in diebeteekenisin West-
Vlaanderen, welks dialekt zóó vele oude en schoone
vormen onzer taal bewaard heeft. Zoo zal men u te
Brugge en in de omstreken zeggen, wijzende op de
metalen draden nevens den spoorweg„de telegraaf
loopt achter die draên." Zoo vraagt gij naar de
oorzaak van een onzeker geluid, en men antwoordt
u,,'t zijn de wagens, die achter de route rijden." En