116
AANTEEKENINGEN.
19) Zóó spreekt hij in het stuk, bij smailegange, Chron.van
Zeeland, bladz. 591, vlg. bewaard. Prins JOHAK werd tenjare
1519geboren, en stierfin 1532 te Begensburg. Hij was een knaap
van goeden aanleg. Dorothea trad met den keurvorst van den
Paltz in den echt, chkïstiha eerst met den hertog van Milaan,
daarna met dien van Lotharingen. Twee zoons, maximiliaan en
ei lips, tweelingen, waren vóór des konings ballingschap reeds
overleden. Ziev. dalin, t. a.p. S. 13, aant. (h).
20) Jesaia LXII: 20, 21.
21) Aldaar LV: 7.
22) Zie SNEEDOREE t. a.p. Bladz. 28 vlg.
23) Zie reygerseep.gen,t. a.p. Bladz. 393.
24) Zie ermerins, Beschr. d. stad Vere, St. III. Bladz. 209,
vigg.
25) Zie SMALLEGANGE t. a.p. Bladz. 591 vlg.
26) Zie ermerins t. a. p. St. II. Bladz. 39.