IIJ4 een koninklijk bezoek der hoop van ooit zóó te slagen, dat ik niet langer ontevreden over mijzelven zon behoeven te zijn. Thans doe ik die belofte gestand en lien, die deze bladzijden doorloopen, uitnoodigende om zich de natuurpracht van Zandenburgs omstreken op den dag, waarvan ik spreke, te denken, zieh te denken het kristalblaauw des uitspansels over het jeugdige groen der aarde en het bloesemwit van het geboomte bij het statige gemurmel der zacht bewogen golven en den melodieusen zang van het gevogelte, wil ik hen in kennis brengen met die mannen, die op den weg van de stad naar het slot zich beginnen te vertoonen. Die eerste groep bestaat uit afgezondenen der schutters-gilden. Zij bekleeden de betrekking van Hoofdman of Deken bij de schutterij van st. joris, ST. BARBARA en st. BASTIAAN. Geene bogen of bus sen hebben zij nu bij zichwant ze gaan niet schie ten in hunne Hoven, maar blijkens hunne tabbaar den, het toenmalige gala-kleed, behooren zij tot het getal van hen, die bij den koning ontboden werden. Diuk zijn ze in gesprek, en hun onderhoud gaat

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 154