80 EEN KONINKLIJK BEZOEK deren om in het stille slaapvertrek rust te zoeken voor het gepijnigde gemoed. Te zoeken, maar ook te vinden P Dwaas die het waant, dat een beschuldigend geweten zich zoo in slaap laat wiegenChristiaan mogt zijne leden ne- dervleijen op het donzen bed en onder de mollige sprei, de weldadige slaap week verre van hem. Hij mogt zich wenden en keeren op de sponde, overal vond hij de afschuwelijke beelden terug. Hij mogt eindelijk zijn leger verlaten en met gejaagde schre den het vertrek op en nederwandelen, het baatte niet. Banger en banger sloeg hem het hart. "Weldra was het hem te eng binnen die muren. Hij snelde naar de vertrekken zijner gemalin. Hare toespraak had zoo vaak zijne onrust verbannen, zij zou ook nu voor hem een engel der vertroosting zijn Maar zij sliep, zooalsdeschuldelooze sluimert, kalm en diep. Zou hij haar wekken Hij wierp eenen weemoedi gen blik op haar en op de drie zijner al te soetste kinderen" 19), den vierjarigen joiian en zijne Doro thea en Christina en sloop weg. Eenige schre den verder in den langen gang zag hij het schijnsel

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1856 | | pagina 130