OP ZANDENBURG.
79
des laatstgenoemden ambtgenooot,en denkamerling
glande de roulet, die later als gezant van zijnen
doorluchtigen heer naar het hof van Schotland ge
zonden werd.
Het zou ons te veel van ons doel afleiden, indien
wij een naauwkeurig verslag geven wilden van de
gesprekken, die er gevoerd werden. Genoeg dat
daardoor, zoo min als door demuzijk, die nu en dan
zich liet hooren, de somberheid des konings, dooi
de poging om hoffelijk te zijn kwalijk verheeld, ver
dreven werd. Zijn blik had op het schilderstuk daar
voor hem de bekende trekken ontwaardtrekken,
die herinnerden aan misdaad en schuld. Te vergeefs
trachtte hij te vergeten wat hij zag. Telkens rustte
zijn oog onwillekeurig op het vreeselijke tafereel en
hoe meer hij het beschouwde, hoe levendiger het
verledene voor zijne verbeelding was, hoe feller de
vlam der wroeging in zijn binnenste blaakte. Dat hij
zich los kon rukken van hethelsche foltertuig, waar
op men hem marteldeMaar hij moest den beker
met alsem gevuld ledigen tot den laatsten druppel.
Eerst toen de nacht aanbrak kon hij zich verwij-