DE VERBRIJZELDE VIOOL. l)e vijand wist liem op te wekken Den moeddie in mijn hart verschool Mogt nu 't musket de plaats vervangen Van mijn vermorselde viool! Mijn vrienden, thans van mij gescheiden, Zij zullen zeggen als ik sterf: Hij wilde niet dat ooit een vijand Verheugd zou dansen op ons erf. Kom hierhondlet niet op mijn tranen Eet, arme trouwe lotgenoot, Daarneem mijn laatste feestgebakje Wij deelen morgen 't roggebrood.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1855 | | pagina 73