AANTEEKENINGEN. 21 gaans een dubbele punt, die wij nogtans, om den zin met te storen, hebben weggelaten. Ziehier den inhoud: Aende Achtbare heeren Balju a Burgmeesters ende Schepenen der a Steede' ende Schependomme van ii Aerdenborch jn Vlaenderen Vertonen reverentelijck de gemeijne menijsten wonende ter deser Steede ende onder V Achtbare gebiett, hoe dat so v Achtbare wel bekent isde troupen van den Conijnck van Vranckryok op den 26 en sonderlijng op den 27 Juhj [elders leest men junij] deses voorleden jaers 1672 op dese Stadtt met een fierijus [furieus] Attacke sijn aengevallen a al waer jn wij gesaemdelijck, door godts wonderlijcke be- ii schermijnge merakuluselijck zijn van verloost Tijs sulckx datt dat [aldus] V Achtbare ende oock n de supplyanten naer datoonder veer afgeseten a [verre van hier wonenden] en by dat gevolch u onkundijge persoonen veeltijt sijn beschuldich a geworden by veel mensen Kerstelyck V Achtbare als magijstraattdaeroverals of ,i V Achtb. jegens t' getuygenijs onses gemoets ons soudt geporst ende mett gewelt ons soudt gedrongen hebben i, wapenen ende kryghs jnstrijmenten te gebrueken tot ver- ii nielyng der vijanden. Ten tweeden werden de Supplijanten beschuldich ende te a laste geleijttals of wij sulcken gebruyek van wapenen jegens onse confessy hadden gehouffent ende gepleechtt tot a krijnckijnghe onser vyanden. li Boy de desë vornomde beschuldijngen so wel ouer haer i, Achtbare als ouer de Supplyanten gedaen weeten de heeren

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1855 | | pagina 67