AANTEEKENINGEN. 17 Evenwel vermeldt de heer s. blaupot ten cate, in zijn voortreffelijk werk Gesch. der Doopsgez. in HollZeel., JJtr. en GelderlD. I, bl. 215, 216, uit een MS. van den Oud- dorpsclien leeraar n. van gelder van 1764, dat niet alleen in 1580, volgens de resolutieboeken te Sluisverschei dene personen aldaar door den hervormden kerkeraad over hunne neiging voor den doop der bejaarden werden aange sprokenmaar ook dat er reeds in 1608 vele Doopsgezin den meest allege SluisAardenburg en omstreken woonachtig waren. De geleerde en waardige schrijver levert voorts tot bl. 218 zeer wetenswaardige bijzonderheden voor de geschie denis der Aardenburgsche gemeentedie bij uitvoeriger be handeling niet mogen voorbijgezien, maar in dit beknopt overzigt niet konden opgenomen worden. Alleen mogen wij niet onvermeld latendat men in 1637 de Aardenburgsche Doopsgezinden tot den wapenhandel noodzaken wilde en toen zij dit weigerdenhen beboette en de hand aan hunne goederen sloeg. Immers wij vinden hierin verband met en verklaring- van het verzoekschrift van 1673, waarin zij zich ook nu z66 naijverig toonden op den onbesmetten naam van geene wapenen gebruikt te hebben. Zeker zullen ook in het vermelde paket van het Aardenburgsche archief nog wel vele gewigtige bijdragen voor de geschiedenis der zoo eerbiedwekkende gemeente vervat zijn. Mogt eens de wakkere en achtenswaardige Leeraar van Aardenburgs Doopsgezinden, herman broese, lust en kracht vinden, om uit de stedelijke en kerkelijke oorkonden eene zoo volledig mogelijke historie te leveren zijner zeer belang rijke gemeentede eenige in Zeelandbuiten de Middelburgsche, die zich nog in het bezit van een eigen predikant verheugen mag Hoe gaarne zou ik dit kort verhaal met zijne leemten in de schaduwen van het grootscher werk mijns vriends verduisterd zien! 2

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1855 | | pagina 63