TE AARDENBURG. 13
En wie met hand en voet niet rept onder
steunt met zijne gebedenen een schare van
Doopsgezinden is smeekend neergebogen voor
den troon van Hem, Wiens almagt verlossing
gebieden kan. Lof zij Hem, die de handen
sterkt en de gebeden hoort! De vijand wordt
verslagen en Aardenburg is gered(6)
Toen de zege bevochten was en de faam aller-
wege geroepen had begon ook, als dikwerf, de
laster te spreken. Er verspreidde zich al spoedig,
nog in 't zelfde jaar der overwinning, een gerucht,
dat zelfs op verren afstand van Aardenburg was
doorgedrongenalsof de magistraat der stad de
Doopsgezinden zou gedwongen hebben om ten
algemeenen nutte met de wapens in de hand
den vijand te bestrijden, en alsof dezen zich, tegen
hunne geloofsbegrippen, aan dien dwang hadden
onderworpen. De Doopsgezinden achtten het
zoowel voor de eer der overheid als voor hunne
eigene, noodzakelijk dien laster af te weren.
Zij wendden zich daarom in 't begin van 1673
bij verzoekschrift tot de stedelijke regenten