6 DE DOOPSGEZINDE GEMEENTE deren aansloten. De eerste kettergerigten be troffen dan ook voor een zeer groot gedeelte de arme Baptisten. En helaas, die vonnissen vermeerderden in ontzettende mate, toen de verdwaasde Wederdoopers te Munster tot hun jammerlijk uiterste waren afgedwaald. De Doops gezinden met die dolzinnige factie verward vonden geen genade meer en verloren veel van de deelneming, die zij voorheen bij aanzienlijken en geringen gevonden hadden. Het Calvinisme dat hoe langer hoe meer de volksgunst innam, verdrong hen met groote schreden. En de Doopsgezinden, vervolgd, verjaagd, veracht, waren eindelijk vergelijkenderwijs niet meer dan een onbeduidend hoopje geworden. Zóó sleepten zij, altijd moedig echter, altijd •ten doode bereid hun bestaan voort onder axba en die vóór en na hem het Spaansche juk op de gebogen schouders des volks deden klem men. Weinig hooren wij van hen in die blijde tijden, toen het licht der Hervorming ongestoord zijn stralen wierp op den Vlaamschen bodem.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1855 | | pagina 52