KERKELIJKE CURIOSITEITEN. 261 in hoever lipe, tijd en weder in aanmerking genomenzich op zijne wijze gesteld heeft boven eene kleingeestige en angstvallige toepassing der Israëlitische sabbaths-verordeningen en begrepen heeftdat de Heer zelf het verrigten van iets nuttigs op den rustdag volstrekt niet heeft ver oordeeld (25)dan of hijligtzinnig en onver schillig omtrent betamelijke viering van den dag des Heeren, op dien dag hebbe verrigt hetgeen even goed hadde kunnen worden uitgesteld, en durf hem op deze korte aanteekening noch als liberaal Christen prijzen noch als roekeloos ont- heiliger van den rustdag veroordeelen. Nuttige arbeid kan op dezen zeer wel geoorloofd, zelfs pligtmatig zijn, maar teregt diende men te Ar- nemuiden aan den Baljuw van Veere aan, dat op den dag des Heeren door kaatsen onder de predikatie te Kleverskerke groote ontstichting viel (26). En wat de openbare godsdienstoefening be treft is goetgevonden dat men op den bid- en vastdagh het volck vermaenen sal nae den

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1855 | | pagina 309