AANTEEKENINGEN. 223
zij zich uit Indie verspreid; en terwijl er anders geen spoor
van eerdienst, maar alleen zeker gezag van den oudste uit
eiken stam over de, jongere leden zijner bende onder hen
wordt opgemerktheeft men bij hen in Oceanic, vooral op de
noordkust van het eiland Kalemantan en op de kust van Makas
sar, overblijfselen van Indische goden-vereering aangetroffen.
Zij eeren aldaar de Diouata's, zijnde de Dêva's of Dévata's,
de goede geesten van het Bramaïsmus. (Zie clavel, deel I,
bl. 47 verg. met bl. 160.)
Rienzi brengt het cijfer dier bij ons zoogenaamde Heidens
of Tzengari's tot één miljoen in Europa, en tot vier miljoen
in de andere werelddeelcn. Vier honderd jaren van aanraking,
ook met de beschaafde volken, hebben in het algemeen noch
hunne gebruikennoch hunne zedennoch hunne taal veranderd.
Enkele trekken van regtvaardigheid en edelmoedigheid zijn
hun niet vreemd. Mij trof het verhaal dienaangaande bij clavel.
Ie deel, bl. 160 en 161. Ik beproefde het in den vorm eener
vertelling in dichtmaat over te brengen.
vende
XVe
volks-
stende
zich
an de
ongen
Ier in
weder
ebben
15