214 OORSPRONG VAN BE SCHULDEN slechts nieuwe geldleeningen werden uitgeschre ven zoo als de rekeningen zeggentot redres van stads verloope finantien." Een dergelijke toestand was onhoudbaar. In een tijdvak van nog geene halve eeuw (van 1750-1794) belastte men deze stad met eene schuld van 262,000, waarvan ieder jaar intres- sen moesten betaald worden en zonder dat ergens blijkt van buitengewone uitgaven of dat eenige poging werd aangewend om de inkomsten der stad te verbeteren. Het gevolg daarvan was dan ook zeer natuur lijk, dat men gebrek had aan fondsen, om de intressen den gecreëerde schuld te voldoen. Die over het jaar 1800 en vervolgens bleven onbetaald en voor het eerst vindt men weder intrest-betaling verantwoord in de rekening over 1811, alwaar staat: Payement provisoire du tiers des interets de la dette 5700 francs 20 centimes (de begrooting hield voor het zelfde onderwerp in 7244 frs.). De tiercering was een gevolg van de keizer-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1855 | | pagina 262