BARSE'S AFSCHEID i). (FRAGMENT), DOOR S. PICCARDT. God roeptIk volg zijn stem. Hij heeft, na langen strijd, mijn bede willen hooren En tot het heilrijkst lot mij gunstrijk uitverkoren. Wat ik als knaap reeds zocht, maar nooit hereiken kon, De lust, die in mijn hart alle and'ren overwon, Wordt mij in t eind gegund. Ik kan, ik mag niet dralen 'k Moet gaan waar Hij mij zendt en Hem mijn schuld betalen. Vrijwillig heb ik mij aan zijne dienst verpand, Zoo 'k ooit geroepen werd tot d'aangebeden stand. Neen! houd mij niet terug. Ik heb den eed gezworen k Wil Christus' reine bruid, geen ander toebehooren. (1) Zie Zeeland, jaarg. 185é. Blz. 181 en verv.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1855 | | pagina 250