AANTEEKENINGEN.
183
bij dien brief van gezegden hertog tolvrijheid door geheel
Brabant voor de ingezetenen dier plaatsen verwierf.
(3) Indien men aan de oude overleveringen mag geloof
slaanliep deze haven door de Breewaterstraatwaar de
schepen wegens de ruimte van het water konden vlot liggen,
en liep voorts door de Slikstraatwaar de vaartuigen aan den
grond kwamen en waar de beide zijden betimmerd waren.
(4) Men kan deze keuren in haar geheel vinden bij
F. van mieris Charterboekdeel II, bl. 156160, en met
een weinig verschil in de Costumenstatenprivilegiën en
ordonnantiën der stad Ylissingengedrukt in 1763bl.131—144.
Zie ook boxh. op reigersb. deel I, bl. 181 en 182.
(5) Zij bekleedden meestal hooge waardighedendie hen
verpligtten elders hun verblijf te houden daarenboven waren
de edelen uit het huis van van borssele tevens heeren van
Veereen vertoefden meestal op het huis Zandenburgterwijl
die van het huis van bourgondiö, of aan het graaflijke hof
of op het huis te Beveren in Vlaanderen zich ophielden.
(6) Toen in den jare 1823 een daar ter plaatse liggend
riool hersteld werdheeft men onder den grond aldaar de
nog gave grondslagen van deze poort gevonden en in de na
bijheid nog een eind kramwerkwaarschijnlijk tot beschutting
van het talud van den wal gediend hebbende.
(7) Op het schoone, in 1809 tijdens de belegering der
Engelsehen door brand vernielde raadhuisplagt ter kamer
der thesaurie eene afteekening van den platten grond der
stad Vlissingen te hangen zoodanig als zij bemuurd was en
gelegen heeft ten jare 1491door den landmeter A. DE NEEFF
in 1700, in eene olieverwe kaart vervaardigd, naar eene pa
pieren teekeningdie waarschijnlijk gediend heeft in het proces
over de zeewerken en hun onderhoudbegonnen met jhr.