DE REDENRIJKERS TE GOES. 151 bestaan en bloeijen van de Goessehe Nardus-plant blijk te gevenwant de kamer nam deel aan den wedstrijd, door de blaeu accoleve" te Vlissingen, wier zinspreuk was: „den geest ondersoecket al," uitgeschreven, tot welken 1 Julij 1641, ook de kamers van Alkmaar, Haarlem, Hoorn, Gouda, 'sHage, Leiden, Dort, Gorcum, 's Ilertogenbosch, Sluis, Middelburg, Yeere enz. enz. waren opge komen. Zij werdofschoon ditmaal niet bekroond, toch door den Vlissingschen facteur vincent mathijsse in ,,'t bedancklied" begroet met name: Goes Nardusblomkendie het soet Steeds doet met ganscher herten, Danck dat gij ons hier hebt begroet, En weerstaat Momus perten. terwijl de ingezondene stukken een jaar later aan 't publiek tegelijk met de bekroonde zijn mede gedeeld. Als proeve van dichtkunst twee eeuwen geleden, volge liier wederom één der beide ingezonden liedjes, onder de zinspreuk van deszelfs vervaar-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeland jaarboekje | 1855 | | pagina 197